4 x 400, Ghafoor en… Schippers

door Kees Sluys

Enorm was de blijdschap toen op zondag 6 oktober 2019 in het Khalifa International Stadium in Doha onze 4 x 400 meter vrouwenestafetteploeg een zevende plaats behaalde en daarmee een olympisch ticket veroverde. De ploeg, bestaande uit Lieke Klaver, Lisanne de Witte, Bianca Baak en Femke Bol kwam tot een tijd van 3.27.89 en finishte kort achter de formatie van Oekraïne (3.27.48) en de ‘Belgian Cheetahs’ (3.27.15).
In de sterkste samenstelling zou Nederland waarschijnlijk zelfs vijfde zijn geworden, maar het oranje-team was gehandicapt wegens het ontbreken van Madiea Ghafoor. De atlete, die in 2018 zo’n fraai pr van 51.12 had laten noteren, zat sinds zomer 2019 in Duitsland vast op verdenking van drugssmokkel.

Een vijfde plaats zou trouwens het maximaal haalbare zijn geweest, want de eerste vier ploegen in Doha bleven ver buiten bereik: VS (3.18.92), Polen (3.21.89), Jamaica (3.22.37) en Groot-Brittannië (3.23.02) maakten duidelijk dat Nederland hoogstens een béétje mee mocht doen. En dat een finaleplaats bij de Spelen in Tokio (zonder Ghafoor – die, hoe triest, jarenlang achter de tralies ging verdwijnen) al heel prachtig zou zijn.

Madiea Ghafoor in betere tijden

Anderhalf jaar later ziet de situatie er curieus genoeg een stuk rooskleuriger uit. En kennelijk is de magie van Laurent Meuwly, die kort voor Doha door de Atletiekunie werd aangetrokken om het niveau van de 400 meter, 400 meter horden en de estafettes op te krikken, hier debet aan. Onder het bewind van de Zwitserse coach en zijn assistent Bram Peters (400 meter pr uit 2013: 45.94) is er veel gebeurd. De fraaie progressie van Femke Bol en Lieke Klaver, die zich (met Marit Dopheide en Lisanne de Witte) onder meer openbaarde in de prachtige gouden 4 x 400 meterrace bij het EK indoor in Torun, heeft groot optimisme teweeggebracht. Een medaille voor het Nederlandse kwartet in Tokio – waarom niet?

Het zijn bespiegelingen die tot voor kort alleen maar hoon zouden oproepen. Reële kansen op de 4 x 400 meter? Doe niet zo raar! Nee! Nooit! Kijk maar naar het verleden..
En toch lijkt het niet zo gek als het klinkt. Maar dan moet wel het allerbeste team klaar staan. Hoe ziet dat er uit?
Op voorhand komen in aanmerking: Lieke Klaver (pr: 50.98) Lisanne de Witte (pr: 50.77) en Femke Bol (pr: 51.13 / 50.63 - indoor).
Achter dit vaste trio kandideren zich diverse atletes. Maar Marit Dopheide, Eveline Saalberg en Andrea Bouma  open, althans tot dusver, hoogstens tijden van rond de 53.00. Net als bij het WK in Doha ontbreekt nog, met andere woorden, een ‘Madiea Ghafoor’. Of is zij al voorhanden?

In deze kolommen werd onlangs de naam van Dafne Schippers geopperd. Immers, wie 22.00 op de 200 meter kan lopen, zou in principe toch ook in staat moeten zijn om een 400 meter in 51.00 of 52.00 af te leggen?
Blijkbaar leeft dit idee in breder kring. Toen Laurent Meuwly onlangs door hardloopnetwerk.nl werd bevraagd over zijn resultaten, plannen en vooruitzichten kreeg hij pardoes als slotvraag ‘of hij Dafne Schippers over gaat halen om in Tokio van start te gaan op de 4 x 400 meter’.
Antwoord: ‘Als Dafne de 4 x 400 meter gaat doen, dan loopt ze niet de 4 x 100 meter. Op dat onderdeel hebben we haar nodig voor een medaille. Maar Tokio is over vier maanden en er kan veel gebeuren op de weg ernaartoe.’ Deze ontboezeming is voor meerderlei uitleg vatbaar. Maar het feit dat Meuwly niet resoluut ontkent kan niet anders betekenen dat men in Papendal serieus aan het nadenken is over Schippers’ eventuele nieuwe rol in Tokio.