27 mei Een portret van tienkamper Hans van Alphen

Een terugblik in vogelvlucht over zijn sportcarrière

Door Bert Vreeswijk

Hans altijd in voor een stukje entertainment  


Het prille begin van een imposante atletiekcarrière

Daar stond de kleine Hans van Alphen dan, in de winter van 1990, op 8-jarige leeftijd, bibberend van de kou vlak voor de start van een crossloop. Hans kon op die leeftijd aardig uit de voeten met hardlopen, en met zijn school nam hij deel aan de scholencross die men ieder jaar organiseerde in Ravels. Tot zes keer toe wist hij deze crossloop op zijn naam te schrijven, en zijn buurvrouw las met plezier en enige trots de stukjes daarover in de lokale krant. Ze feliciteerde haar buurjongen en adviseerde en stimuleerde hem op atletiek te gaan. Hans nam dat advies ter harte en meldde zich na overleg met zijn ouders aan bij de plaatselijke atletiekclub Arendonk en dat was het prille begin van de imposante atletiekcarrière van Hans van Alphen.  

Keuze voor de meerkamp

De eerste jaren concentreerde Hans zich ‘s winters op de cross, veldloop en indoor en ‘s zomers was hij actief op de piste. In de jaren ‘90 was meerkamper Serge de Smedt op zijn club de grote man, met een mooi PR op de tienkamp van 7168 punten. Hans werd enorm geïnspireerd door deze oud-tienkamper en op 16-jarige leeftijd sloot hij zich aan bij de meerkampgroep op zijn club. Inmiddels zat hij op de middelbare school en vertoefde meerdere avonden per week op de piste, waar hij zich met volle overgave verder ontwikkelde in alle techniek-onderdelen van de meerkamp.


Concentratie en focus

voor een discusworp

Studie en sport als bijzaak

Na de middelbare school afgerond te hebben begon hij aan een studie fysiotherapie aan de Katholieke universiteit van Leuven. In die tijd was sport voor Hans nog “bijzaak”. Nadat hij in 2005 afstudeerde, werkte hij in een zelfstandige praktijk als fysiotherapeut. Hans pakte na zijn studie de atletieksport weer met nieuwe energie op en al spoedig sloeg het atletiekvirus bij hem toe. Nadat hij in datzelfde jaar voor de eerste keer in Izegem de Belgische meerkamptitel behaalde met 7064 punten en in 2006 in het Duitse Wesel al tot 7411 punten kwam ging het hard. Meteen het jaar daarop in 2007 te Bangkok, tijdens de Universiade kwam hij al tot een score van 8047 punten. Met die prestatie deed hij het Belgische record sneuvelen en werd hij meteen de eerste Belg die de kaap van boven de 8000 punten wist te nemen. Na die prestatie van formaat, werd hem in 2007 door het agentschap ter Bevordering Lichamelijke Ontwikkeling Sport Openluchtrecreatie (BLOSO) een voltijds sponsorcontract aangeboden. Dit aanbod greep hij met beide handen aan.

Daarnaast maakte hij al spoedig een trainerswissel en ging in zee met topcoach Wim Vandeven, die daarna voor hem de grote lijnen uitzette en de puntjes op de i zette. Dit wierp geleidelijk aan zijn vruchten af en Hans maakte grote stappen. Zijn hoogtepunten bereikte hij in 2012. In het voorjaar won hij eerst de prestigieuze Hypo Meeting meerkamp in het Oostenrijkse Götzis, met een fenomenaal Belgisch record van 8519 punten (dit record staat anno 2020 nog steeds fier overeind). Tijdens de Olympische Spelen van Londen in datzelfde jaar miste Hans maar nipt het erepodium, en met een prachtige 4e plaats en een score van 8447 punten kon hij meer dan tevreden terugkijken op een gedroomd Olympisch optreden.

Door blessures geplaagd

Na het uiterst succesvolle jaar 2012 werd de in Hasselt wonende tienkamper een aantal jaren door een reeks van langdurige blessures geplaagd. Zo kon hij niet deelnemen aan verschillende grote toernooien, zoals het WK te Moskou, het EK te Zürich en het EK te Amsterdam. Andere tienkampen kon hij door blessures niet afmaken en hij werd steeds weer teruggeworpen. Hierdoor kon Hans jammer genoeg niet, zoals hij zo graag wilde, laten zien waartoe hij werkelijk nog meer in staat was. In 2016 nam Hans van Alphen afscheid van zijn professionele tienkampcarrière.

Wij spraken onlangs met hem over zijn fraaie atletiekloopbaan.

Hans, wat maakte het dat je uiteindelijk koos voor de meerkamp?

“Eigenlijk ben ik er van jongs af aan ingerold en heb ik altijd alles gedaan: veldlopen, cross, indoor en baanatletiek. Pas op mijn zestiende koos ik ervoor om in de meerkampgroep van mijn club mee te gaan draaien. Serge de Smedt, toentertijd een erg goede meerkamper, was mijn voorbeeld. De veelzijdigheid van de allround-atletiek trok mij, dat wilde ik ook.”

In je glansrijke tienkampcarrière heb je vele ups and downs meegemaakt. Aan welke tienkamp heb je de beste herinnering, welke heeft je de meeste voldoening gegeven en waarom?

“Lastige vraag, ik heb er drie die ik als heel speciaal heb ervaren en waaruit ik niet wil of kan kiezen. De eerste tienkamp waar ik dierbare herinneringen aan heb is de Europabeker second league in 2007 in het Poolse Szczecin. Daar behaalde het Belgische team de 1e plaats en bovendien had het erepodium een volledig Belgische bezetting. Zelf mocht ik op de hoogste trede plaatsnemen, Francois Gourmet stond op plek twee en Frederic Xhonneux op drie. Ik genoot er extra van dat ik in die wedstrijd mijn PR met 500 punten verbeterde en - toen nog als amateur - de twee profatleten versloeg.

De tweede tienkamp die in mijn geheugen is gegrift is de Universiade in Bangkok in datzelfde jaar. Het was mijn eerste grote tienkamp en ik werd er de eerste Belg in de geschiedenis die de 8000 punten barrière wist te slechten (8047 punten), waarmee ik ook het Belgisch record voor de eerste keer op mijn naam wist te schrijven. In 2011 maakte Thomas van der Plaetsen tijdens de EK onder 23 te Ostrava mij dat record weer afhandig. Maar twee maanden later, tijdens de Decastar Challenge in Talence, pakte ik het Belgisch record met 8200 punten weer terug, dat was gaaf.

De derde memorabele tienkamp was toen ik in 2012 in het mekka van de tienkamp Götzis in een zinderende tweestrijd met Eelco Sintnicolaas de Hypo Meeting in mijn voordeel wist te beslissen op de 1500 m (zie foto onder) met opnieuw een Belgisch record van 8519 punten.”

Hypo Meeting Götzis 2012, links de start van de 110m horden en rechts de zinderende tweestrijd op de 1500m met Eelco Sintnicolaas om de winst.

Hoeveel uren per week trainde jij in je hoogtijdagen en hoe zag een week er grofweg uit?

“Ik trainde in die tijd gemiddeld rond de 25 uur per week, uitgesmeerd over een tiental trainingen verdeeld over de week. Grofweg zag dat er als volgt uit:

Looparbeid in de vorm van sprint- en tempowerk 3-4 x per week, krachttraining 2 x per week, verspringen 1x om de 2 tot 3 weken, kogelstoten wekelijks, hoogspringen 1 x keer per 1 tot 2 weken, hordenlopen wekelijks, discuswerpen wekelijks, polsstokhoogspringen wekelijks, en speerwerpen gemiddeld 1 x per twee weken.”

Wie waren je trainers toen je met de sport professioneel aan de slag ging?

“Vanaf eind 2008 ben ik gaan samenwerken met Wim Vandeven als hoofdcoach, die vanaf toen zorgde voor de planning en de disciplines lopen, kracht, horden, hoog- en verspringen. Voor kogel en discus deed ik een beroep op Friso Hagman, voor het polsstokspringen op George Friant, en voor het speerwerpen eerst René Didden en later Peter Blommerde. Bij elkaar dus allemaal vakspecialisten die mij verder hebben kunnen helpen in mijn ontwikkeling, daar ben ik hen nog steeds dankbaar voor!”

Aan welke training had je enige tegenzin, en wat was je fijnste training en waarom?

“Ik vond de  tempotrainingen altijd wel een mentale opgaaf en ik zag daar zeker tegenop. Zo’n training zag er dan bijvoorbeeld voor de 400 meter als volgt uit: 2 series van 3 herhalingen over 150 meter, sub-maximaal met slechts 30 seconden rust, met 8 tot 10 minuten serie herstel. Waar ik ook met tegenzin aan begon was de 1500 meter training, waarin ik dan 5 herhalingen over 400 meter in 68 seconden afwerkte met slechts 60 seconden herstel. Dat soort trainingen hakte er mentaal en fysiek aardig in. Maar na afloop zat zo’n training dan toch weer in de knip. Een training waar ik erg van kon genieten was een speerwerptraining waarin ik geen last van pijn had, maar helaas zijn die niet zo talrijk geweest. Eigenlijk kon ik van elke training die goed ging wel genieten.”

Je haalde in 2012 in Götzis tijdens de Hypo Meeting 8519 punten en pakte op de Olympische Spelen in Londen een geweldige 4e plaats. Hoe denk je daaraan terug en had er nog meer ingezeten dan die 8519 punten?

“Er zit altijd meer in, maar een tienkamp is nooit perfect en je kan altijd blijven rekenen tot je op het podium staat. Helaas werkt het niet zo. De gedachte dat het altijd beter kan is leuk aan een tienkamp en soms ook frustrerend. Je hebt altijd het gevoel dat je er niet het maximale hebt uitgehaald. Mijn psycholoog vroeg me een keer: “Wat denk je dat je maximaal ooit zou kunnen halen in de tienkamp indien je alles perfect zou doen?” Ik antwoordde toen: “8700 punten.” Mijn psycholoog: ”en 8701, kan dat ook?”, ik: “Tja ik denk het wel”. Hij weer: “en 8702, kan dat ook?” Met andere woorden, leg jezelf geen limieten op!”

Als je alles over zou mogen doen, zou je dan alles anders aanpakken en hoe dan? Of ben je tevreden met wat je uit je carrière heb weten te halen?

“Ik ben trots op de rit die ik heb afgelegd. Het is leuk om te speculeren, maar ik zou niet veel veranderen. Het feit dat ik ook een studententijd heb gehad maakt de rit des te unieker.”

Je bent met je score uit 2012 al 8 jaar in het bezit van het Belgisch record op de tienkamp. Denk je dat het binnen afzienbare tijd kan sneuvelen en wie zie jij daartoe in staat?

“Ik weet het eerlijk gezegd niet. Een aantal jaren geleden dacht ik dat Thomas van der Plaetsen het zou verbreken en dat kan nog steeds, maar iedereen wordt ouder en de tijd als topsporter is beperkt. Misschien volgend jaar. Misschien over 10 jaar, we shall see.”

Hans, heb je voor ons nog een leuke anekdote over wat je tijdens een van je wedstrijden hebt meegemaakt?

“Jazeker, ik herinner mij nog goed dat ik tijdens de Hypo Meeting in Götzis in 2012 bij Eelco Sintnicolaas op de kamer was ingedeeld. Ik sliep in het halletje, dat wij hadden omgedoopt tot “hondenhok” en Eelco sliep in het Kingsize bed. Hij was dan ook favoriet voor het podium en ik niet, “baas boven baas.” Blij dat we de rollen daarna even hebben kunnen omdraaien! Maar het is het geheel wat mijn tienkampcarrière juist zo mooi heeft gemaakt. De fantastische trainers waar ik hard voor heb afgezien, maar van wie ik ook zoveel heb teruggekregen en met wie ik veel heb gelachen. De trainingen met de Nederlandse meerkampers waren ook altijd bijzonder leuk en de trainingsstages in het buitenland waren vaak de kers op de taart.”

Hans, jij bent in mijn ogen een icoon voor de Belgische atletiek, wat zou jij de jeugd willen meegeven om later goed te worden in de atletiek en in het bijzonder in de meerkamp?

“Het belangrijkste is om vol te houden, never give up. Neem verder je tijd en ontwikkel je in alle disciplines met veel passie. Zonder passie en plezier ga je het niet redden in de meerkamp!”

Ik weet dat je na je afscheid in 2016 jezelf een nieuw doel stelde, het lopen van een marathon, hoe heb je dat ervaren?

“Ja, in 2017 heb ik mij inderdaad met een groep goed voorbereid op de marathon van New York. Ik hoopte op een tijd van rond de 3.30 uur, maar het was enorm afzien! Vanaf kilometer 32 kreeg ik last van krampen en ik moest de laatste 10 kilometer bijna een kwartier inleveren. Maar goed, 3.44 uur voor een explosieve sporter van 91 kg, daar kan ik nog mee leven, haha.”

Tot slot: hoe ziet jouw leven en toekomst er nu uit?

“Ik heb nu veel meer tijd voor mijn gezin en daar geniet ik enorm van. Professioneel houd ik mij tegenwoordig bezig met mijn eigen bedrijf Beweeg Meer. Hiermee richt ik mij op gezondheidsmanagement binnen bedrijven. Daar is namelijk nog veel terrein te winnen, gezondere werknemers zijn fit en minder vaak ziek en beleven meer plezier in hun werk. Bovendien stellen werknemers het op prijs dat hun werkgever belang hecht aan hun welzijn. In mijn bedrijf (www.beweegmeer.be) ben ik bezig als kinesitherapeut (fysiotherapeut) en personal trainer. Zo kan ik mijn opgedane ervaring in de topsport en mijn opleiding in de fysiotherapie inzetten om anderen te ondersteunen bij hun ambities en wensen op het gebied van beweging en gezondheidsaspecten.”

Van onze kant wensen wij Hans van Alphen en zijn gezin in elk geval een goede gezondheid en succes in de toekomst.

Links:

Foto van Hans met Kim en zijn dochter Pam met opa en oma

 

Rechts:

voor Hans is zijn gezin en familie het belangrijkste in zijn leven  (foto Hana Meeus/Luc Dalemans)    

Tip van Hans om over na te denken:

“Het beste kan je een half uur per dag sporten, behalve als je het druk hebt, dan volstaat een uur!

Profiel van ex-tienkamper Hans van Alphen

Naam: Hans van Alphen

Lengte en gewicht: 1.91 m en 91 kg.

Geboortedatum: 12 – 01 – 1982

Geboorteplaats: Turnhout

Woonplaats: Hasselt, België

Beroep: fysiotherapeut/kinesist, personal trainer en gezondheidsmanager

Bedrijf: BeweegMeer www.beweegmeer.be, tel. 032496421079

Gehuwd: met Kim

Dochter: Pam

Sport: ex-toptienkamper

Atletiekclub: Vilvoorde AC

Hoofdtrainer: Wim Vandeven 

Prestaties:

  • Belgisch recordhouder tienkamp met 8519 punten
  • Vierde plaats op de Olympische Spelen in 2012 met 8447 punten
  • Winnaar Gouden Spike in 2008 en 2012
  • Winnaar HypoMeeting 2012 te Götzis met 8519 punten
  • Belgisch recordhouder in 2007 (8047 pnt), 2008 (8070 pnt), 2011 (8200 pnt), 2012 (8519 pnt) tot heden.

Prestaties in beste tienkamp:

100m 10.96 sec, ver 7.62 m, kogel 15.23 m, hoog 2.06 m, 400m 49.54 sec, 110mh 14.55 sec, discus 45.45 m, polshoog 4.96 m, speer 64.15 m, 1500m 4.20.87. Totaal: 8519 punten.

PRs op onderdelen:

100m 10.96 sec, ver 7.64 m, kogel 15.97 m, hoog 2.06 m, 400m 48.25 sec. 110mh 14.55 sec, discus 51.89 m, polshoog 5.00 m, speer 67.59 m, 1500m 4.17.51.

Potentieel totaal tienkamp: 8853 punten