De magie van 70 meter met de discus
door Kees Sluys
foto Bjorn Parée
Eindelijk werd dan onlangs het nationale discusrecord van Erik de Bruin verbeterd. Op 17 april naderde de 25-jarige Haag Atletiek-atleet Shaquille Emanuelson de ‘magische’ 70 metergrens. In het met veel wind gezegende Ramona, Oklahoma kwam hij tot een fraaie 69.65. Waarmee hij op de allertijdenlijst klom naar de 45ste plaats. Met zijn 68.12 uit 1991 staat De Bruin inmiddels op een gedeelde 84ste plaats. Nederlands beste werper ooit, Rutger Smith, wiens vurigste wens het was om De Bruins prestatie ooit te verbeteren, bleef in 2011 steken op 67.77 meter, waarmee hij anno 2025 net buiten de top 100 valt.
Emanuelson liet weten op zondag 27 april nog een poging tot 70.00 meter te wagen, maar slaagde daarin niet. Hij kwam tot ‘slechts’ 65.53. Een dag eerder verbeterde Ruben Rolvink in Amsterdam op Ookmeer (ook een soort ‘open vlakte’) zijn pr tot 65.91 meter. Het kan dit seizoen mooie duels opleveren tussen de man die vorig jaar bij het EK de finale niet haalde en Emanuelson, die in Rome als 11e eindigde.

Shaquille Emanuelson, hier afgelopen januari indoor met kogel
Magisch?
Intussen. Hoe magisch is de 70.00 meterbarrière eigenlijk? Op de allertijdenlijst zien we dat maar liefst 38 atleten die grens ooit, en soms zeer ruim, hebben overschreden. VS-atleet Jay Silvester (die in 1961 als eerste de 60.00 metergrens passeerde) was in 1971 met 70.38 andermaal de eerste. Hij deed dat in Lancaster, Californië.
Tot voor kort stond het wereldrecord op naam van DDR-atleet Jürgen Schult, die in 1986 in Neubrandenburg tot 74.08 kwam. Dezelfde Schult die bij het EK 1990 Erik de Bruin maar ternauwernood van het goud af kon houden: 64.58 om 64.46.
Vorig jaar brak Litouwer Mykolas Alekna eindelijk de ban en wierp de discus op de weidse vlakten van ‘Throw Town’ Ramona naar 74.35 meter. Maar dit voorjaar verscheen meteen een serieuze kaper op de kust: Australiër Matt Denny, bronzen medaillewinnaar bij de Spelen in Parijs. Nadat deze op 6 april het nationale record verbeterde tot 72.07 kwam hij op 10 april in Ramona met een weergaloze serie voor de dag: 71.03 / 73.46 / 74.25 / 72.93 / 71.14 / 73.56. Bijna wereldrecord.
Drie dagen later, op 13 april, verzamelde zich wederom een elitegezelschap op het recordveld. Nu was ook Alekna van de partij, de 22-jarige wereldrecordhouder die in Parijs verrassend het goud had moeten laten aan Jamaicaan Roje Stona, die daar met 70.00 meter exact zegevierde. Alekna liet er nu geen gras overgroeien: 74.89 in de eerste poging. Nieuw wereldrecord. En toen in poging drie nog eens een ferme uithaal: 75.56! Denny reageerde in zijn vijfde poging groots met 74.78, maar het was niet genoeg.
Eenzame hoogte
Ook diverse vrouwen profiteerden in de maand april van de omstandigheden in Ramona. Op 10 april liet Alida van Daalen de discus er na 65.11 meter landen. Twee dagen later was het echt bal en werden vier seizoensbeste prestaties geleverd. Boven iedereen uit torende olympisch kampioene Valarie Allman met een nieuw Amerikaans record van 73.52 – waarmee ze op de allertijdenlijst is opgerukt naar de zesde plaats. Achter een vijftal Oost-Europese werpsters die allen in de tweede helft van de jaren ‘80 hun tamelijk bizarre pr’s scoorden. Op eenzame hoogte staat nog steeds DDR-atlete Gabriele Reinsch die haar wr van 76.80 in 1988 vestigde in Neubrandenburg.
Achter Allman eindigden landgenotes Laulauga Tausaga-Collins (70.72), Jayden Ulrich (69.39) en Veronica Fraley (68.72). Nederlands beste discuswerpster Jorinde van Klinken was niet van de partij, maar presteerde op 26 april bij de eerste Diamond League-wedstrijd in Xiamen (China) met een vierde plaats (64.79) niet slecht. Op de allertijdenlijst prijkt zij op een 28ste plaats met haar NR van 70.22 uit 2021, gevestigd in Tucson, Arizona. Overigens exact een meter minder dan de 71.22 die olympisch kampioene Ria Stalman in 1984 in Walnut op de mat legde. Een record dat haar door de Atletiekunie werd ontnomen na haar dopingbekentenis in 2016.
Al Oerter
Nog even terug naar de allertijdenranglijst van de mannen. Opmerkelijk hoog staat nog steeds genoteerd Al Oerter, op plek 54 met een worp van 69.46 meter. Gedateerd 31 mei 1980, Wichita. Maar die superatleet was toen toch al lang gestopt, herinnert de iets oudere atletiekliefhebber zich? Inderdaad. Oerter (1936), de legendarische viervoudige olympisch kampioen (1956, 1960, 1964, 1968) was gestopt, keerde terug en haalde twaalf jaar na zijn laatste olympische triomf, op 43-jarige leeftijd, nog eens uit als nooit tevoren. Bij de olympische trials van de door de VS geboycotte Spelen in Moskou 1980 eindigde hij korte tijd later als vierde. En op zijn vijftigste, in 1986, kwam hij met 62.40 meter nog steeds verdienstelijk voor de dag. Wat een fenomeen!