Fleur van der Linden (18) polsstokspringster uit een sportief Brabants gezin.

Door Bert Vreeswijk

met foto's van Ed Turk

De appel valt niet ver van de boom is een gezegde, maar voor het Brabantse gezin van de familie van der Linden gaat dit zeker op. Talentvol polsstokhoogspringster Fleur van der Linden heeft de passie voor de sport en in het bijzonder de  atletiek dan ook van niemand vreemd. Zo speelt moeder Christel al 40 jaar enthousiast dameskorfbal bij Be-Quick, haar grote broer Jelte (20) speelt als keeper in de selectie van het Drunense RKDVC voetbalelftal en vader Hans (55) is al sinds zijn 19e atletiek-minded en was in zijn actieve jaren een gedreven polsstokhoogspringer. Zo sleepte hij bijvoorbeeld bij de masters 40/45 driemaal het goud in de wacht. De laatste jaren fungeert “Pa”  van der Linden als begeleider en chauffeur van zijn dochter en zet zich bovendien in voor de atletieksport als jury lid en microfonist. Het is dus niet zo vreemd dat Fleur van der Linden de sport en in het bijzonder de atletiek er met de paplepel is ingegoten.

Fleur startte haar atletiekcarrière als meisje pup C en zat ze bovendien op turnen. Ze was in haar jeugdige jaren een echte “alles kunner”. Of het nu ging om de meerkamp of een veld of crossloop, het ging haar allemaal goed af, totdat ze de polsstokdiscipline “ontdekte” en al op 9 jarige leeftijd haar debuut maakte door met een baby polsstokje over 1.63 m. te springen. Met de wijze lessen van Pa van der Linden was haar keuze al snel bepaald. Zeker, nadat ze als 12 jarig meisje op de C- Spelen met een sprong over 2.82m het brons voor zich opeiste. In dat zelfde jaar ging Fleur outdoor al met een sprong over 3.11 meter, waarmee ze als C- junior een mooie 10e plaats behaalde op het NK tussen al de Junioren B meiden. Een paar jaar later kwam het talent van Fleur pas echt goed boven drijven, toen ze als 16 jarige in competitie verband, uitkomend voor AV Sprint Breda in Rotterdam vriend en vijand verraste met een sprong over 3.90 meter, waarmee ze haar PR in één seizoen met maar liefst 50 centimeter opkrikte! Deze prestatie was goed voor een 4e plaats op de ranglijst allertijden bij de meisjes Junioren B.

Bij de keuze heren van de Atletiekunie was deze geweldige progressie van de Drunense atlete ook niet onopgemerkt gebleven en al snel volgde er een uitnodiging van de atletiekbond om deel te nemen aan de Nationale junioren trainingen op Nationaal Sportcentrum Papendal. Voor ons reden genoeg om met Fleur van der Linden contact op te nemen en te vragen  hoe het nu met haar gaat en wat haar toekomstplannen zijn. Bij ons rijst tevens dan ook de vraag, gaat deze jonge dame binnen afzienbare tijd nog hoger “vliegen?”

Allereerst een pijnlijk vraagje misschien Fleur, maar wie heeft het “huisrecord” polsstokhoogspringen in huize van der Linden?

Dit is inderdaad een beetje een pijnlijke vraag, want die staat nog steeds op naam van mijn vader met 4 meter precies.

Hoe belangrijk zijn je ouders voor je (geweest) bij het beoefenen van je sport?

Heel erg belangrijk eigenlijk! Mijn moeder is voornamelijk mijn mentale steun en toeverlaat. Mijn vader is in hoofdzaak mijn grootste supporter en heeft al heel wat kilometertjes met mij in een auto doorgebracht. Zo ging ik vanaf 8-jarige leeftijd naar wedstrijden door heel Nederland, maar daar zat af en toe ook een wedstrijd naar België of Dortmund (Duitsland) tussen. Op mijn negende begon ik 1x per week polsstok te trainen in Breda en vanaf mijn twaalfde 1x per week horden in Tilburg.

Je hebt bij aardig wat atletiekverenigingen en trainers getraind op disciplines als horden, pols en de meerkamp, hoe heb je dat ervaren en waarom uiteindelijk de keuze voor polsstok?

Dat is zeker waar inderdaad.... oepss! Ik heb dit als heel goed en prettig ervaren, want dit heeft me wel gebracht tot waar ik nu ben! Ik ben begonnen bij DAK Drunen en daarna heb ik in Tilburg getraind voor horde bij Jeroen Alessie en in Breda voor polsstok (Dick Opdien) en meerkamp (Rian Jonkers). Vervolgens ben ik Full-time in Vught gaan trainen bij het RTC onder leiding van Joep Janssen en Robbert-Jan Jansen. Momenteel train ik in Arnhem op Papendal ook onder leiding van Robbert-Jan. Zo door de jaren heen ben ik dan ook lid geweest van DAK Drunen, Sprint uit Breda en op het moment bij Prins Hendrik (Vught). Al met al heeft het mij denk ik tot een redelijk All-round atlete gemaakt, waar ik nu nog steeds profijt van heb, zowel in de sport als in mijn persoonlijke leven.

Het enige nadeel eraan is denk ik dat soms het contact met trainingsgenoten helaas daardoor een beetje verwaterde en dat ik minder tijd had voor vrienden, familie en mijn schoolopleiding.
De keuze voor polsstok kwam na mijn blessure. Ik had het voornemen om met zowel polsstok als de meerkamp verder te gaan, het is helaas niet gelukt om de trainingen van beide onderdelen te blijven combineren. Daarnaast was het denk ik ook wel een beetje doorslaggevend dat ik toch iets beter was in pols. Ik doe nog wel 1 keer in het jaar een meerkamp voor de Fun, maar ik train er dus niet meer voor. 

Op je 15e ben je 14 maanden geblesseerd geweest aan je enkel, hoe ben je die tijd doorgekomen?

De eerste 4 maanden heb ik bij de fysio gelopen en wist ik eigenlijk nog niet precies wat ik had. In die tijd heb ik dus of rust moeten houden of heel erg rustig getraind wanneer de pijn minder was. Toen ben ik toch maar naar een sportarts gegaan en die stelde vast dat ik een stressfractuur had aan een voetwortelbeentje (os naviculare). Deze arts vertelde me dat het herstel hiervan 9-12 maanden zou gaan duren en ik sowieso het eerste half jaar niet meer mocht rennen. Dit kwam wel aan als een harde klap, maar in die periode heb ik heel erg kunnen werken aan mijn basis techniek, om deze beter te maken. Natuurlijk hebben er ook weleens dagen tussen gezeten dat ik niet heel veel zin meer had in de Planking-schema's en wandelende Drills, omdat ik gewoon graag weer wou rennen en springen. Toch vond ik steeds de motivatie wel terug vanuit mezelf, maar ook, door met de mensen om me heen erover te praten. Als ik terug kijk wat deze tijd me heeft gegeven, dan is dat best veel (zoals dat ik het jaar erna mijn PR met 50 cm verbeterde!) Na die 6 maanden mocht ik heel langzaam weer mijn trainingen opbouwen, dus ik begon met 400 m. joggen tot weer mogen polsstokspringen. Dit heeft mij bijna vier maanden gekost en toen kon ik weer meedoen aan het NK junioren indoor. Hier maakte ik alleen zelf een beetje domme fout door een verkeerde beweging te maken, waardoor ik weer wat last kreeg. Toen toch weer even een CT-Scan laten maken, hieruit bleek dat het botje toch nog  niet helemaal hersteld was en dat ik nog een  maandje rustiger aan moest doen. Mijn doel was om toen het outdoor seizoen weer mee te kunnen doen en dat lukte! Ik verbeterde mijn PR in dat seizoen zoals gezegd zelfs met 50 centimeter.

Na het behalen van je VWO diploma kreeg je wat meer tijd om te trainen. Nu je toch op Papendal woont, heb je dan nog plannen om een universitaire studie te gaan volgen in bijvoorbeeld Wageningen?

Vorig jaar heb ik inderdaad mijn VWO diploma gehaald en ik ben dan ook vorig jaar in september met Fysiotherapie gestart op de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Misschien wil ik ooit nog wel geneeskunde gaan studeren, maar voor nu is Fysiotherapie een goede keuze gebleken.

Hoe bevalt trouwens het wonen op Nationaal Sportcentrum Papendal, vertel ons daar eens iets over, ook de minder leuke kanten ervan, want die zijn er natuurlijk ook.

Dat klopt! Ik zit nu zo'n half jaar hier op Papendal en ik heb het héél erg naar mijn zin. De trainingen gaan inmiddels goed en ik boek veel vooruitgang, al is dit helaas nog niet terug te zien in de hoogte die ik spring in wedstrijden. Verder ben ik heel erg blij dat ik deze kans krijg om hier te mogen trainen.
Het was wel een hele overgang om hier te gaan wonen en trainen. Het enige wat hetzelfde bleef was mijn trainer Robbert-Jan. Ik ging op mezelf wonen, daarnaast ging ik meer trainen, ook kende ik hier nog weinig mensen en had ik wat problemen met eten. Vooral de eerste paar weken vond ik erg zwaar en het kostte me heel veel energie. Gaandeweg begon ik steeds beter mijn weg te vinden en gaat het steeds een stukje beter, ook al ben ik nog niet helemaal waar ik wil zijn. Gelukkig heb ik mijn ouders, broer en vriendinnen uit Drunen, waar ik van alles mee kan delen. Hier op Papendal heb ik een heel team en trainingsgenootjes om me heen waar ik mijn ei bij kwijt kan.

Jouw trainer op Papendal is Robbert-Jan Jansen, talentcoach van de Atletiekunie, jullie hebben al in een eerder stadium samengewerkt bij Prins Hendrik in Vught. Hoe ziet een trainingsweek er voor jullie globaal uit?

Ik train hier zowel onder leiding van Robbert-Jan als Rogier Ummels (sprintcoach). Globaal gezien ziet mijn trainingsweek er zo uit:

Maandag: Looptraining + krachttraining (Rogier);
Dinsdag: turntraining/polsstok specifieke oefeningen (Thijs, Rogier, Robbert-Jan)
Woensdag: springtraining (polsstok; Robbert-Jan) + kracht (Rogier)
Donderdag: rustdag
Vrijdag: springtraining (polsstok; Robbert-Jan) + kracht (Rogier)
Zaterdag: Looptraining (Robbert-Jan)
Zondag: rustdag

 

Vertel eens wat over je specifieke krachttraining en snelheidstraining voor polsstokhoog?

Met de snelheidstrainingen zijn ik en Rogier voornamelijk bezig geweest om mijn looptechniek te verbeteren, waardoor ik al sneller ben geworden. Wat altijd wel in die trainingen verwerkt is, zijn acceleraties/versnelling van 30 meter (dat is ook ongeveer de lengte van mijn aanloop).
Specifieke krachttraining. Dit vind ik een lastige vraag, omdat ik volgens mij vrij algemene krachttraining heb. Wat ik wel doe is bijvoorbeeld bij de training op dinsdag oefeningen aan de rekstok, om de inrol en insteek na te bootsen, zonder echt te hoeven springen.

Wat zijn voor jou nog verbeterpunten Fleur?

Ik heb nog heel veel verbeterpunten. Waar ik nu in de trainingen vooral mee bezig ben is de snelheid over te brengen in de stok. Hiermee bedoel ik dat ik in het laatste stuk van mijn aanloop vol doorloop en de snelheid dus meeneem in de sprong. Hierdoor wordt het al iets makkelijker om in te rollen. En daar ligt dan ook mijn grootste verbeterpunt en dat is de hele inrolbeweging. Op het ‘droge’ (aan de rekstok) lukt dit steeds beter, maar die beweging plaatsen in wat ik moet doen in de stok vind ik nog erg lastig.
Daarnaast maak ik het mezelf soms erg lastig, doordat ik een beetje te perfectionistisch ben.

Heb jij een persoonlijke sponsor, want al dat polsstokmateriaal is vrij prijzig?
Het polsstokmateriaal is inderdaad zeer prijzig, maar ik heb geen persoonlijke sponsor (naast mijn ouders). Op dit moment kan ik stokken lenen van mijn club Prins Hendrik en ik heb dus ook nog niet mijn eigen stokken hoeven te kopen. Dit gaat in de toekomst mogelijk wel gebeuren, maar dan moet ik eerst maar met langere en zwaardere stokken gaan springen, zodat ik daar wat langer mee vooruit kan. 

Wat type stok spring jij het liefst en welke flex (kg) en lengte stok gebruik je momenteel?

Ik spring momenteel met 4.30 m. stokken van UCS. Ik heb daarentegen niet echt een favoriete stok, maar ik spring mijn wedstrijden met de 70 kg. en 73 kg. 

Jij hebt ook een aantal jaren geturnd in Drunen, wat was jou favoriete toestel ,heb je daar bij het polsstokspringen profijt van en in wat voor opzicht dan?
Ik vond eigenlijk alles wel leuk om te doen. Een favoriet onderdeel kan ik niet echt noemen, maar het onderdeel waar ik het meest tegenop zag was de evenwichtsbalk.
Ik denk ook zeker wel dat dingen die ik bij het turnen heb geleerd, dat ik daar nu nog steeds profijt van heb. Vooral met mijn oriëntatiegevoel, waar ik ben als ik in mijn polsstok hang en welke spiergroep ik precies moet aanspannen om een bepaalde beweging te kunnen maken.
En zoals je misschien in mijn trainingsschema hebt kunnen zien, turn ik nu nog steeds. Dit is wel op een andere manier dan bijvoorbeeld op de balk een oefening doen, maar rekstok, brug met gelijke leggers en vloeroefeningen (radslagen en handstanden) zitten er wel in verwerkt.

Je hebt natuurlijk ook gekeken naar het fenomeen Armand Duplantis, die onlangs het Wereldrecord polsstokhoogspringen bij de mannen naar 6.18 m. tilde, slechts 20 jaar en dan zo presteren, hoe kijk je daar naar?

Daar heb ik zeker naar gekeken en het is zo bizar en geweldig om te zien, vooral als je gaat bedenken hoe hoog dat eigenlijk is! Ik had wel gedacht dat hij de persoon zou gaan zijn om het wereldrecord te verbreken, maar dan is het ook de kunst om dat nog maar te doen.

Fleur, droom je er zelf ook wel eens van om binnen enkele jaren uit te groeien tot de Europese- of wereldtop, of relativeer jij liever en blijf met beide beentjes op de grond staan?

Het lijkt mij echt geweldig om dat niveau te kunnen bereiken en ik hoop dat me dat gaat lukken, maar ik moet eerst nog bepaalde stappen maken, voordat ik daar pas bezig mee kan zijn. Het hangt er denk ik een beetje vanaf hoe snel ik die stappen kan maken en er is natuurlijk geen enkele garantie dat het mij gaat lukken, maar ik ga er alles aan doen om het te laten slagen.

Profiel van:  Fleur van der Linden

Geboorte plaats: Drunen

Geboorte datum: 21 - 07 - 2001

Lengte en gewicht: 1.71m. , 62 kg.

Lid van atletiekvereniging: Prins Hendrik, Vught.

Studie: Afgerond VWO

Verdere studie plannen: Fysiotherapie aan de HAN

Huidige trainers:  Robbert-Jan Jansen, talentcoach Atletiek Unie, en Rogier Ummels.

Overige voormalige trainers: Joep Jansen polshoog, Dick Opdien polshoog, Jeroen Alessie horden en Ria Jonkers meerkamp

Specialisatie: polsstokhoogspringen

 

Beste resultaat voor je gevoel tot nu toe: Mijn 3.90 m. sprong in 2017. Maar ook toen ik  voor het eerst Nederlands Kampioene werd. (feb. 2019) of mijn 3e plaats bij het NK senioren (feb. 2019 en 2020).

Doelstelling voor de komende twee jaar:

Plezier houden in mijn sport staat voor mij op nummer één!. Daarnaast zou het mooi zijn dat ik de stappen die ik maak in de trainingen ook op wedstrijdniveau kan toepassen. De prestaties volgen dan hopelijk ook.

Prestatie ontwikkeling polsstokhoogspringen

  9 jaar: 1.63 m.

10 jaar: 1.82 m.

11 jaar: 1.95 m. (Nog Meerkamp, ver, horden en polsstok)

12 jaar: 2.10 m.

13 jaar: 2.31 m.

14 jaar: 2.82 m. C- Spelen, Brons

15 jaar: 3.11 m. C- junior, ontstaan voetblessure. 

16 jaar:  langdurige voetblessure                                                                                                            

17 jaar: via 3.40 m. naar 3.70 m. tot 3.90 m.!! 

18 Jaar: 3.86 m. indoor en 7 maal boven de 3.80 m.

Overige prestaties: ver; 5.35m./hoog; 1.61 m./ horden jun. A: 15.56 sec., meerkamp jun. A: 4415 punten.

Andere sportactiviteiten (vroeger): Turnen, veldloop/cross, verspringen, horden en meerkamp.

Andere hobby’s: Netflixen, lezen, shoppen.

Beste boek dat je hebt gelezen: De zeven zussen. 

Beste film: The Hunger Games
Voorkeurs muziek: pop 

Favoriete eten: De boerenkoolstamppot van mijn oma

Welke atleet of atlete inspireert jou: 
Ik heb eigenlijk niet echt één iemand of één atleet die mij inspireert. Het zijn vooral de mensen om me heen die mij inspireren.

Wil je nog iemand bedanken of verder iets kwijt?

Ik wil graag iedereen bedanken die me geholpen heeft de stappen te maken, waardoor ik nu ben wie ik ben en sta waar ik sta.

Fleur, wij wensen je veel succes in de toekomst en bedankt voor dit interview.