De kunst van het pieken op een belangrijk toernooi (1)

 

door Bert Vreeswijk

foto’s: Erik van Leeuwen en Bert Vreeswijk

 

Inleiding

In september vinden in Tokio de wereldkampioenschappen atletiek plaats. De redactie van baan-atletiek.nl zocht contact met meerkampbondscoach Ronald Vetter en zijn vakcollega Charles van Commenée. We vroegen hen naar hun visie betreffende de kunst van het pieken naar een groot toernooi. Beide topcoaches hebben in het verleden hun sporen meer dan verdiend en daarom zijn wij hen erkentelijk dat zij hun visie, kennis en inzichten met onze lezers willen delen. In deel 1 met het thema ‘De kunst van het pieken’ deelt  Ronald Vetter zijn visie en vakkennis en geeft hij adviezen hoe hij zijn atletes Anouk Vetter, Emma Oosterwegel en Sofie Dokter naar een groot toernooi op het juiste moment in topvorm aan de start denkt te krijgen. Daarna zal Charles van Commenée met zijn enorme ervaring (hij begeleidde o.a. Denise Lewis in Sydney  2000 naar de olympische titel) in deel 2 zijn licht laten schijnen over onder andere de mentale aspecten die een zeer belangrijke rol spelen in de kunst van het pieken. Charles zal in Tokio de Britse kanshebster voor de zevenkamptitel, Katarina Johnson- Thompson, coachen.

Ronald Vetter met één van zijn pupillen, toevallig dochter Anouk

Tot slot komt in deel 2 ook de succesvolle Amerikaanse meerkampcoach Harry Marra nog kort aan het woord.  

 

Deel 1: De kunst van het pieken

Enkele adviezen en tips om op het toernooi pieken mogelijk te maken

 door Ronald Vetter

 

 Inleiding

Iemand voorbereiden op een toernooi is een lang traject, veel langer dan de dagen vlak voor het toernooi. Om te beginnen moet je het vanzelfsprekende goed doen; start de voorbereidingsperiode (oktober) met een goed individueel trainingsplan. De trainer en de atleet hebben dan de tijd en meer kans om het prestatieniveau te verbeteren.

Periodisering

Voor het samenstellen van een goed trainingsplan zijn een aantal stappen van belang.

Tips, adviezen en aandachtspunten:

  • Gebruik o.a. de laatste meerkamp om te evalueren waar verbetering mogelijk is. Beschrijf concreet wat je gaat verbeteren en op welke manier.  
  • Bij de meerkamp-training is er altijd ‘te weinig tijd’ en zijn vrijwel alle trainingen intensief, dus kies verstandig wat je wilt verbeteren/veranderen en op welke manier.
  • Bij de periodisering moet de trainingsplanning primair zijn en de andere zaken, zoals studie, werk, vakantie, etc, geplooid worden om de trainingen heen. Vul eerst het toernooi in, daarna voorbereidende wedstrijden en trainingsstage(s). Bepaal hoeveel weken je gaat gebruiken als Voorbereiding-Periode en hoeveel voor de Wedstrijd-Periode.
  • Bij aanvang van de wintertraining kan het voor het bepalen van de trainingsdoelen zinvol zijn om aanvullende informatie te krijgen. Denk hierbij aan testen gericht op krachtsverschil linker- en rechterbeen, verhouding kracht hamstrings-quadriceps, lenigheid rond enkele gewrichten, in overleg met arts een bloedonderzoek laten uitvoeren.

Het mentale talent

Het mentale talent van de meerkampers is net zo belangrijk als het fysieke talent. In een trainingsweek beïnvloed je de atleet bijvoorbeeld  2 uur met hordenspecifieke aspecten, maar realiseer je dat de mentale training/beïnvloeding continu plaatsvindt als jij bij de atleten bent!   

De mentale aspecten die belangrijk zijn in de wedstrijd ontwikkel je vooral tijdens de trainingen en bij voorbereidende wedstrijden. Als je hier op het toernooi nog aan moet werken ben je niet goed voorbereid.

De informatie en aanpak die belangrijk zijn voor de atleet om de wedstrijd met vertrouwen te benaderen wordt overgebracht gedurende de trainingsperiode en is klaar ruim voor het toernooi.

 

Enkele voorbeelden

Onderstaand enkele voorbeelden die ik gebruik om de atleet zich te laten richten op zichzelf. Uitgangspunt is:  

‘Je kunt wel je eigen prestaties beïnvloeden, maar niet die van de concurrent, besteed daar dan ook geen aandacht aan.’

  • Bepaalde gespreksonderwerpen kunnen zeker zo vlak voor de wedstrijd contraproductief In een gesprek met de atlete/atleet benoemen welke prestaties je verwacht is meestal onverstandig. De atleten zijn optimaal voorbereid en uiterst gemotiveerd, extra druk creëren door uit te spreken waar ze naar jouw idee aan moeten voldoen is onverstandig! Er zijn situaties denkbaar dat het praten over mogelijke prestaties zinvol kan zijn. Bijvoorbeeld om na een vraag van de atleet te beamen dat de atleet klaar is om een PR (of bepaalde prestatie) te verbreken, op die manier spreek je vertrouwen uit. Maar prestaties bespreken met de atleet die je als coach verwacht, terwijl er allerlei redenen kunnen zijn waarom het niet lukt (regen, tegenwind, koud, extreme hitte, vermoeidheid door lange dagen, etc.) zullen eerder frustreren dan motiveren.

Op je zelf richten

  • Richt je op de wedstrijddagen op jezelf. Volg niet wat de concurrentie presteert. Natuurlijk zal je tijdens een onderdeel de concurrenten gebruiken om te strijden. Maar pas voor het laatste onderdeel is het zinvol om bezig te zijn met de stand in de wedstrijd en het puntenverschil tussen jou en je concurrenten, zodat er een raceplan gemaakt kan worden.
  • Om elk onderdeel (mentaal) af te ronden kan het zinvol zijn om het kort te bespreken (1 minuut). Daarna zo snel mogelijk richten op waar je nog wel invloed op uit kan oefenen, het volgende onderdeel. Gebruik de korte pauzes tussen de onderdelen voor herstel, ontspanning, voeding, drinken, behandeling, tape.

 

Ronald, Vetter Emma Oosterwegel coachend tijdens het hoogspringen in Hypo meeting Götzis

Ronald Vetter in een dubbelrol, als coach en als vader

Ronald Vetter coacht zijn atletes met korte instructies. Hier met Remona Fransen.

 

De laatste 3 weken voor het meerkamptoernooi

Het trainingsprincipe van ‘intensiteit omhoog dan omvang verminderen’ is in de laatste weken voor de meerkamp natuurlijk van belang. In de laatste 3 weken voor het toernooi is de training vooral wedstrijdspecifiek en moet er gekozen worden voor het minimaal noodzakelijke trainingsvolume (zowel voor het lichaam als voor het hoofd).

In de laatste 2 weken elk onderdeel nog één of twee keer trainen. Als er minder en kortere trainingsmomenten zijn komt er vanzelf meer rust.

Op de vrijgekomen dagdelen is het aan te raden om naar de baan of gym te gaan om te stretchen, fietsen, koffietentje bezoeken of iets dergelijks. Dat is dan welleswaar geen training, maar wel zinvol om het ritme van de dag te behouden en te ontspannen.

De meerkamp heeft veel explosieve onderdelen. Vandaar dat de laatste volwaardige krachttraining zo’n 6 dagen voor de wedstrijd gedaan wordt. Het heeft de voorkeur om bij die laatste training het persoonlijk record voorslaan (kernoefening) te benaderen of te verbreken.

                     

De laatste 2 weken voor het meerkamptoernooi

In de laatste 2 weken is de kern van de trainingen kort, de warming-up om in de kern op hoog niveau sprint, horden, ver, etc. te kunnen doen kost de meeste tijd. Omdat de kern kort is kun je nu makkelijker onderdelen combineren terwijl de totale duur van de training beperkt blijft.

Bijvoorbeeld accelereren/maximale  snelheid + verspringen, horden + hoogspringen.

Vooral hoogspringen en speerwerpen kunnen nogal wat bindweefselschade opleveren. Dus in de laatste 2 weken zijn dat korte trainingen van zo’n 5 sprongen of 5 worpen speer (natuurlijk na een goede specifieke warming up!).

In de laatste week voor de wedstrijd bij voorkeur geen hoog- of speertraining.

Kogelstoot- en discuswerptrainingen zijn weinig belastend en kunnen in de laatste twee weken 2-3x uitgevoerd worden indien gewenst.

 

Tot slot

Zorg dat de atleten een trainingsschema hebben voor de laatste 2 of 3 weken, zodat ze weten wat ze moeten; een schema met wanneer er getraind wordt, hoe laat, welke onderdelen en eventueel de accenten in de training. Een planning waar elk dagdeel staat ingevuld zodat er geen vragen zijn; onduidelijkheid geeft onrust!

Verder zijn er een aantal ‘normale’ praktische zaken nu nog belangrijker om zo dicht bij de wedstrijd de voorbereiding niet te frustreren.

Zoals: niet op flip flops lopen, zeker niet op straat. Niet gaan winkelen of een lange wandeling maken of het gras gaan maaien. Oppassen met eten, kies voor veilig. En tot slot, kijk niet naar wat anderen doen, vertrouw er op dat wat jij doet het beste is.