21 maart De Vlucht van polsstokhoogspringer Menno Vloon

door Bert Vreeswijk

Menno Vloon eindigde onlangs bij het EK indoor atletiek in Torun op een gedeelde vijfde plaats met 5.70 meter. Hoe begon zijn carrière en waar gaat het, hopelijk, allemaal naartoe? 

Op slag verliefd

Tien jaar was polsstokhoogspringer Menno Vloon toen hij als jonge turner, door blessures genoodzaakt, zijn turnleertjes verruilde voor atletiekspikes. Hij werd lid van atletiekvereniging AV Lycurgus uit Assendelft.
Net als elke pupil beoefende Menno de meerkamp en hij bleek toen al over het nodige talent te beschikken. Pas als tiener trok het polsstokhoogspringen zijn bijzondere aandacht en werd hij er op slag verliefd op. Reeds als 2e jaars junior C behaalde hij tijdens de C-Spelen zijn eerste nationale titel op dit onderdeel met een hoogte van 3.40 meter.  

Meerkamper

Toch bleef Menno zijn hele juniorentijd als meerkamper trainen en behaalde hij in 2011 bij de B-junioren zowel op de zevenkamp indoor als de outdoor tienkamp de nationale titel. Deze trend zette hij bij de A- junioren door. Als 19-jarige wist hij de nationale indoortitel op de zevenkamp voor zich op te eisen met een nieuw nationaal jeugdrecord van 5750 punten. Ook op de tienkamp ontwikkelde Vloon zich gestaag. In 2013 kwam hij tot een prachtige score van 7154 punten.** Zijn prestaties in die meerkamp waren:  11.22 * 6.68 * 13.63 * 1.81 * 52.64 * 14.45 * 35.26 * 5.00 * 51.35 * 5.00.16   (** Met junior A-materiaal)
Op zijn geliefde polsstokonderdeel behaalde hij steeds veel punten, maar opgelopen blessures noopten hem de tienkamp vaarwel te zeggen. Daarna richtte hij zich steeds meer op het polsstokhoogspringen. Nog datzelfde jaar, als A-junior, kegelde hij het nationale jeugdrecord polsstokhoog van Laurens Looije (5.25 m, uit 1992) uit de boeken met een sprong over 5.32 m.
Eenmaal senior behaalde hij de nationale titels vier keer op rij: in 2014, 2015, 2016, en 2017. En in 2016 pakte hij ook de indoortitel. Toen Menno in 2016 eenmaal had besloten om zijn timmermanshamer aan de wilgen te hangen en zich volledig op de sport te gaan richten, ging het hard. Reeds in 2017 al wist hij het schijnbaar onaantastbare nationale record (5.81 m.) van oud-wereldkampioen Rens Blom, die deze prestatie in 2004 in het  Spaanse Zaragoza leverde, uit de boeken te springen en aan te scherpen tot een fenomenale hoogte van 5.85 m!  

Rampjaar met blessures

Het jaar 2018 werd een rampjaar, met veel blessureleed en vaak domme pech. Maar de atleet uit Krommenie is een vechter en opgeven komt niet in zijn boekje voor. Na een trainerswissel (tot 2019 was Richard Coté zijn coach) werkte hij met oud top-polsstokhoogspringer Christian Tamminga hard aan zijn comeback, in 2019 resulterend in zijn 6e nationale indoortitel. Tijdens de strijd om de outdoortitel in 2019  te Den Haag en bij het indoor kampioenschap van 2020 moest hij nog zijn meerdere erkennen in Rutger Koppelaar, die na een schorsing zijn comeback maakte. Maar nog datzelfde jaar, nadat hij met Tamminga hard aan zijn minpunten had geschaafd, wist hij zich te revancheren en werd nationaal outdoor kampioen met een hoogte van 5.75 m. Ook in het zonder publiek afgewerkte nationaal indoorkampioenschap van 2021 was Vloon oppermachtig en wist met een sprong van 5.72 m. de titel te bemachtigen – waarmee hij op zijn CV alweer zijn 8e  nationale titel kon bijschrijven.

De perfecte sprong 

We schrijven 27 februari 2021 als Vloon in het Franse Clermont-Ferrand tijdens een polsstokmeeting – waar o.a. ook de Franse ex-wereldrecordhouder (6.16 m.) Renaud Lavillenie acte de présence geeft – voor een geweldige sensatie zorgt! Beginnend op 5.40 m., via 5.70 m. gaat de lat naar 5.80 m. welke hoogte hij in zijn derde poging ook weet te overmeesteren. Dan stijgt de lat naar 5.86, één centimeter boven zijn eigen Nederlands record. Ook deze hoogte weet hij, al in zijn eerste poging, te slechten. Op dat moment kan zijn wedstrijd al niet meer stuk en besluit hij om de 5.91 m. over te slaan en verder te springen op 5.96 m. In zijn eerste twee pogingen lukt het Vloon niet, maar dan, in zijn derde poging, laat hij een perfecte sprong zien en krijgt de atleet van AV Lycurgus het schier onmogelijke voor elkaar. Hij flikt het: een nieuw vet Nederlands record!
Een enorme ontlading volgt en ook Lavillenie, die de wedstrijd uiteindelijk met een sprong over 6.06 m. wint, laat zich niet onbetuigd en feliciteert Vloon uitbundig met diens formidabele prestatie. Dan gaat de lat naar de magische hoogte van 6.01 m. die nog net iets te machtig blijkt. 

Menno Vloon na zijn recordsprong in Clermont-Ferrand:

‘Ik had dit niet zien aankomen, ik dacht ik sla die 5.91 m. over en ik probeer het gewoon op 5.96 m.’  

Een week later, tijdens de EK in het Poolse Torun, waren de verwachtingen natuurlijk hooggespannen. De finale werd vrij gemakkelijk bereikt. Tot en met 5.70 m. ging alles goed. Maar tijdens de wedstrijd werd Vloon afgeleid, verloor daardoor zijn ritme en kwam daarna zichtbaar niet meer goed in de wedstrijd. Hij bleef op 5.70 m. steken en eindigde daarmee op een voor hemzelf enigszins teleurstellende 5e plaats. Armand Duplantis werd in Torun overtuigend Europees kampioen met een sprong over 6.05 m.

De elite-zes-meter-polsstokclub

De geslaagde sprong van 5.96 m. in Clermont-Ferrand betekent een enorme vlucht in de prestatie-ontwikkeling van de atleet uit Krommenie. Het nationale record stond al op zijn naam toen hij in 2017 de nieuwe standaard op 5.85 m. zette. Nu voegde hij daar nog eens 11 cm aan toe. Een prestatie van groot formaat die de vraag rechtvaardigt waar zijn plafond ligt.
Zeker lijkt in elk geval dat de vraag niet is óf hij de magische zes meter weet te bedwingen, maar wanneer hij dat gaat doen. In het mondiale polsstokhoogwereldje bestaat er een elitegroep polsstokhoogspringers die ooit over de zes meter heeft gesprongen. Lijstaanvoerder van deze zes meter-club is het jonge Zweedse polsstoktalent Armand Duplantis, bijnaam ‘Mondo’. Daarvoor was het sinds 1993 de Russisch/Oekraïense atleet en levende legende Sergey Bubka, die 35 keer (out- en indoor en steeds met 1 cm) het indoorwereldrecord wist op te krikken tot 6.15 m. (Donetz 1993) en een jaar later in Sestrière in de buitenlucht tot 6.14 m reikte. In 1985 sprong Bubka in Parijs voor het eerst 6.00 m. en dat zou hem daarna nog 45 keer lukken! Hij werd dan ook ‘de Tsaar’ van het polsstokhoogspringen genoemd. Bubka’s record hield 21 jaar stand, totdat Renaud Lavillenie hem in 2014 met een sprong over 6.16 m., notabene in het bijzijn van Bubka, onttroonde. Lavillenies wereldrecord hield zes jaar stand, totdat de 21-jarige Duplantis in 2020 (ook in Torun) een centimeter hoger sprong. En of dat nog niet genoeg was, voegde Duplantis er een paar weken later in Glasgow nog één cm aan toe en zette de nieuwe standaard voorlopig op 6.18 m.  
Zover is Menno Vloon nog niet. Maar zoals zijn coach aangeeft, de zes meterbarrière gaat hij zeker een keer slechten. Vloon moet alleen nog stabieler worden tijdens zijn hoge sprongen. En dat kost tijd. Volgens statistieken kan het soms meer dan 10.000 trainingsuren kosten om het beste uit zichzelf te halen. Maar dat moment komt. En dan mag Vloon zich rekenen tot de absolute wereldtop.

Zes vragen aan Menno Vloon

Menno, denk je binnen afzienbare tijd de magische zes meter barriére te kunnen tackelen en kun je aangeven waar dit o.a. van af zal hangen?       ‘Ja dat denk ik wel, ik zat er laatst in Clermont-Ferrand al dichtbij. En ja, technische verbeteringen zijn altijd welkom. Maar het belang-rijkste voor de komende tijd is nu om stabiliteit te krijgen in het springen op hoge hoogtes, dan denk ik aan hoogtes vanaf de 5.80 m. Als ik langere en zwaardere stokken met nog meer snelheid aan kan, gaat die zes meter een keer lukken, maar mijn coach zegt dat ik geduld moet hebben en ik denk dat hij daarin gelijk heeft.’ 

Hoe ziet een trainingsweek er voor jou uit, in de aanloop naar de Olympische Spelen?

‘Gemiddeld train ik ongeveer 18 uur per week, daarin zijn grofweg verwerkt: 2 looptrainingen, 2 krachttrainingen, 2 springtrainingen,     1 training op sprongkracht en 1 of 2 turntrainingen. Bovendien verzorg ik mij goed en ga ongeveer 1 x in de 2 weken naar mijn fysiotherapeut Rick Menick, meestal wanneer mijn lichaam dat nodig heeft. Bovendien heb ik het geluk dat mijn vriendin ook fysiotherapeute is en Priscilla helpt mij, indien nodig ook wel eens. Wat betreft mijn voeding. Daar let ik wel op, maar ik volg niet direct een specifiek dieet.’ 

Hoe belangrijk is de ‘mentale factor’ tijdens jouw enorm hoge sprongen, heb je daarbij soms wel eens angst-respect voor de hoogte. Jij loopt namelijk met een snelheid van 34 km/u. met een stok van 5.00 meter op die polsstokbak aan en knalt die stok er dan gewoon in. Hoe weet je jezelf daarvoor op te peppen en op scherp te zetten?

‘Daar kan ik duidelijk in zijn. Als je mentaal te veel bezig bent in je hoofd kan je beter stoppen met polsstokspringen. Bij deze sport moet je geen angst kennen! Daarom hoef ik mijzelf ook niet op scherp te zetten of op te peppen, omdat ik vooral altijd heel veel zin heb in de wedstrijden. Dat is tenslotte ook waar je het voor doet, de uitdaging aangaan en het beste uit mezelf halen en verbeteren, daar ben ik steeds mee bezig.’

Kun je de lezer eens uitleggen hoe belangrijk het type polsstok is bij jouw sprongen (lengte en zwaarte)? En in welke omstandigheden je welke stok gebruikt? Jij hebt er natuurlijk meerdere tot je beschikking in een wedstrijd.

‘De Spirit UCS polsstokken die ik gebruik zijn Amerikaans fabricaat. Zo variëren deze Spirit polsstokken, die Christian Tamminga o.a. in zijn bedrijfsassortiment te koop aanbiedt, te beginnen met een lengte van 3.25 m. en voor een gewicht van 30 kg, tot een lengte van 5.20 m. en voor een gewicht van 102 kg. Dus voor iedere springer/ster is er een geschikte stok te koop. De polsstokken die ik zelf gebruik verschillen per wedstrijd qua lengte en zwaarte, ze variëren voor mij van 4.90 m. tot 5.10 m. Wat de zwaarte betreft voor de stok die ik gebruik, ligt het eraan hoe ik mij voel tijdens een wedstrijd. Als ik snel ben en mij goed voel of met wind mee spring kan ik meestal een zwaardere stok uit mijn foudraal pakken. Ik moet tijdens een wedstrijd dus over meerdere stokken kunnen beschikken, afhankelijk van de wedstrijdomstandigheden en hoe ik mij voel. Niet zelden komt het ook voor dat een polsstok het begeeft, dus ook daar moet ik altijd rekening mee houden.
Wat het vervoer van de polsstokken betreft, dat levert nogal eens problemen op. Luchthavens willen soms geen polsstokken van die lengte vervoeren, dat moet van te voren dus altijd goed geregeld worden.’ 

Wie is voor jou de grootste polsstokspringer aller tijden en waarom juist deze springer?

‘Daar kan ik kort over zijn. Dat is voor mij Armand ‘Mondo’ Duplantis, vanwege zijn constantheid en fabelachtige techniek. Natuurlijk zijn Bubka en Lavillenie grootheden die onze sport tot de verbeelding hebben doen spreken, maar er is een nieuwe generatie polsstokhoogspringers die, zij het met respect, de hegemonie van de “oude garde” omver heeft geworpen.’ 

Wat zou jij met jouw ervaring de polsstokjeugd mee willen geven? Want jij vormt voor hen nu zeker een voorbeeldfunctie.

‘Doe wat je leuk vindt en als je ergens voor wilt gaan, geef dan je volle 110% inzet. Verder denk ik dat het verstandig is om, net als ik dat zelf gedaan heb, je vrij allround te ontwikkelen. En tot slot, luister vooral goed naar je trainer/ster en wees niet eigenwijs en denk niet dat je het zelf allemaal wel weet. Als je deze adviezen opvolgt en geloof hebt in jezelf, dan gaat het je zeker lukken om een goede polsstokhoogspringer te worden!’   

Menno, bedankt voor dit interview en wij wensen jou succes in je verdere atletiekcarrière en voor straks succes op de Olympische Spelen. En wij hopen je spoedig over die zes meter te kunnen zien vliegen.

Profiel van Menno Vloon

Naam: Menno Vloon

Geboortedatum: 11-05-1994

Woonplaats: Krommenie 

Lengte en gewicht: 1.77 m. en 77 kg

Beroep: professioneel atleet (vroeger timmerman)

Relatie: met atlete Priscilla van Oorschot

Atletiekspecialisatie: polsstokhoogspringen

Lid van atletiekvereniging: AV Lycurgus, Assendelft

Trainer/coach: oud toppolsstokspringer Christian Tamminga

Beste prestaties polsstokhoog: 5.96 m.(Clermont-Ferrand, 2021)

Overige prestaties:

Tienkamp: 7154 punten (A-junior materiaal)

Zevenkamp: 5661 punten

Titels:

Nederlands kampioen op de C- Spelen 2e jaars C- junior
Nederlands kampioen bij de B- junioren op de zeven- en tienkamp             
Nederlands kampioen bij de A-junioren op de indoor zevenkamp                                                                                                                         
Achtvoudig Nederlands kampioen polsstokhoogspringen (in- en outdoor)

Bijzondere vermeldingen:  In 2017 verkozen tot KNAU-atleet van het jaar

Ludiek: Sprong als fierljepper een afstand van 13.70 m.

Mooiste wedstrijd tot nu toe: Clermont-Ferrand 

Best gelezen boek: Ik lees vrij weinig, en ben meer een ‘doener’. 

Voorkeursmuziek: Dat hangt van mijn stemming af, maar als ik in het krachthonk train en met maximale krachttraining bezig ben, vind ik het lekker om techno te draaien.

Favoriete maaltijd: Broccoli met aardappeltjes uit de oven, gezond en lekker!

Waar kunnen we jou voor wakker maken:  Voor het afsteken van vuurwerk of een vuurwerkshow