Chorzov vanaf de zijlijn

Hoe belangrijk perfect wisselen is werd prachtig in beeld gebracht tijdens de finale van de 4x100 meter vrouwen bij de World Relays in Chorzov. In casu bij de wissel van Nadine Visser op slotloopster Naomi Sedney. Visser lag ver voor, het Nederlandse team kon niets meer gebeuren... maar toen: Sedney ging te vroeg weg, moest inhouden en stond bijna stil toen ze stok overhandigd kreeg. En ja, en toen kwamen de ruim op achterstand liggende formaties van Italië en Polen er snel overheen. Niks meer aan te doen.
Niet fijn, maar kan gebeuren. En laten we blij zijn dat het hier  gebeurde. Hier, bij het ‘WK estafette’, dat goed beschouwd toch een beetje vreemd toernooi is. Met diverse onderdelen die internationaal niet of nauwelijks op het programma staan. Een toernooi ook waarop diverse grote landen (zo ook nu: VS, Jamaica, Trinidad e.a.) en de nodige topatleten ontbraken. En dan vallen de wedstrijden voor vele landen ook nog ongeveer samen met het ontluikende outdoorseizoen: lang niet iedereen is al in topvorm.
Niettemin, zonder echt prestigieus te zijn, het gaat wel ergens om. In Chorzov waren de nodige kwalificaties te verdienen voor de Olympische Spelen en voor het WK atletiek in Eugene (2022). Wat dat betreft is de Nederlandse équipe voortreffelijk in haar opdracht geslaagd. Vijf teams mogen nu naar Tokio: 4x100 v + m, 4x400 v + m en 4x400 mixed.
Het goud op de 4x 400 meter mannen maakte de meeste indruk. Niet door de tijd (3.03.46) maar wel vanwege de superieure overwinning op Botswana en Japan. En zeker ook door het geweldige aandeel van Ramsey Angela daarin.

Geeft dit hoop voor een finaleplaats in Tokio? Eén ding is zeker: voor de medailles moet je echt stukken sneller zijn – ruim onder de 3.00.00 minuten lopen. Oftewel: minimaal één seconde gemiddeld per loper sneller zijn. Een flinke opgave.
Na het indoorsucces van Torun stelde de vrouwenploeg met Femke Bol c.s. in de finale teleur met een vierde plaats in 3.30.12. Maar ook de serietijd 3.28.40 (splittijd Bol 49.81) biedt geen perspectief op een finaleplaats in Tokio. Voor de medailles zal daar ongetwijfeld zelfs onder de 3.20.00 moeten worden gelopen. Gemiddeld dus sneller dan 50.00 per atlete!
Er lijkt dus nog een weg te gaan.
Zo ook met de 4 x100 meter vrouwen. Wat een concurrentie met alleen al de VS, Jamaica en Groot-Brittannië! Ook hier lijkt het doorbreken van een lastige grens noodzakelijke voorwaarde voor een medaille. Een ploeg die niet onder de 42.00 loopt is waarschijnlijk kansloos. Het Nederlandse record staat nog steeds op 42.04, gelopen bij het EK in Amsterdam 2016 waar het kwartet Samuel, Schippers, Van Schagen en Sedney zo prachtig goud veroverde.

Vijf jaar later maken drie atletes nog steeds deel uit van de ploeg. Schippers, de turbo op het eerste rechte eind, is er volgens Bart Bennema nog niet, maar tevreden toonde de coach wel. ‘Dafne doet deze zomer mee om de medailles op de 200 meter,’ liet hij de NOS weten.

Het zou geweldig zijn. Ook voor de estafette.