Tweeluik 800 meterloop (1)

7 september 2025

Olympisch kampioene Ellen van Langen deelt haar topsport-ervaringen

door Bert Vreeswijk

foto’s Erik van Leeuwen

 

Drie augustus 1992 Barcelona, Olympische Spelen. Tweeëndertig jaar geleden zat ik voor de televisie in spanning te wachten op de finale van de 800 meter voor vrouwen. Het was acht uur in de avond en de hitte hing nog als een warme deken over het stadion. De starter gaf het teken dat de atletes zich gereed moesten maken. Ik was knap zenuwachtig toen Ellen van Langen naar de startlijn liep. Ik wist dat Ellen olympische medaille-kansen had, want op 28 juni datzelfde jaar had ze in Hengelo bij de Adriaan Paulen Memorial * al een tijd weten te realiseren van 1.56.66 min., een nieuw Nederlands record. Ellen was in bloedvorm. Het startschot klonk en het ging van meet af aan snoeihard. De eerste doorkomst ging in een snelle 55 seconden. In een kolkend, bomvol stadion voelde je dat er iets ging gebeuren. Ik zat alleen thuis op het puntje van mijn stoel te wippen en te schreeuwen (alsof iemand dat kon horen). Ellen beet zich vast in het hoge te tempo dat de Russische ex- 800 meterwereldkampioene Lilia Nurutdinova de groep oplegde, maar ze hield op 600 meter goed contact met de groep. Zuinig lopend kwam ze door de laatste bocht met nog zo’n 100 meter te gaan. Ik hield het niet meer en sprong op van mijn stoel en schreeuwde als een idioot (mijn hartslag 160 sl/ min.). En dan die laatste jump van Ellen, op 100 meter van de finish. Als een schicht dook ze in het gaatje dat Nurutdinova liet vallen en waar Ellen dankbaar gretig gebruik van maakte. Dan de magische laatste meters, en de bevrijdende finish. Wat een race en wat een emotie kwam er los bij Van Langen. Een droom die werkelijkheid werd en een onvergetelijk atletiekhistorisch moment. Wat kan topsport dan toch mooi zijn!

Ellen schreef in 2004 het interessante boek De kunst van het winnen, waarin ze haar ervaringen deelt

Na de switch van Femke Bol

Nu Femke Bol zo verrassend heeft gekozen voor de 800 meter, komen al die herinneringen weer boven en zal de 800 m. discipline ongetwijfeld weer vele atletiekharten sneller doen kloppen. Wij zochten om die reden contact met Ellen van Langen (deel 1) en Europees kampioen Bram Som (deel 2) voor een tweeluik over de 800 meter en vroegen hen om hun ervaringen, tips en adviezen met onze lezers en aanstormende talenten te delen.

 

Ellen, hoe ben je tot de keuze gekomen om voor de atletieksport te kiezen, want je zat eerst op voetbal.

‘Ik vond hardlopen altijd al erg leuk, en won ook vaak van de jongens bij sprintjes in de sportlessen op school. Maar we hadden geen (baan)atletiekclub in mijn woonplaats Oldenzaal en ik kom ook niet uit een atletiekfamilie, dus het was niet een hele vanzelfsprekende keuze. Totdat ik bij sportlessen op de HEAO in Enschede gevraagd werd door de sportleraar om eens bij de atletiekclub in Enschede te komen meetrainen. In eerste instantie heb ik atletiek en voetbal nog gecombineerd, maar twee sporten dat was uiteindelijk niet meer te doen.’

 

Jij schrijft in jouw boek ‘De kunst van het winnen’ (2004) dat als je in de sport iets bereiken wil, dat je dan op een bepaalde manier in het leven moet staan. Kun je dat uitleggen?   

‘In mijn ogen moet je niet alleen willen investeren in veel trainen, maar ook een bepaalde levenswijze hebben. Lef hebben, niet te lief zijn voor je zelf, durven om buiten je comfortzone te treden, intrinsiek de beste willen zijn en daar ook duidelijke keuzes voor maken.’

 

Je zegt verder in het boek dat je bij het beoefenen van je sport de grenzen van je kunnen, zowel fysiek als mentaal hebt opgezocht. Kun je dat toelichten?

‘Zowel fysiek als mentaal vond ik het moeilijk heel diep te gaan. Dat heb ik écht moeten leren. Als je tijdens een training, en meer extreem in een wedstrijd helemaal stuk zit, is het mentaal moeilijk om door te gaan en nog eens te versnellen en door de pijngrens te gaan.’

 

Hoe belangrijk is het om blind op je trainer/coach te vertrouwen en had je het daar wel eens moeilijk mee? Je zegt dan ook ergens volgens mij terecht ‘coach zijn is een vak’.

‘Daar had ik het niet zo moeilijk mee, ik vertrouwde Frans Thuys en zijn aanpak volledig.’

 

Vond jij de tactiek in je races een mooi aspect? En wat was jouw grote kracht op de 800 meter, wist je wat de sterke en minder sterke kanten waren van je tegenstanders? En hoe lang duurde het voordat je dit spel onder de knie kreeg?

‘De tactiek in de 800m vond ik één van de mooiste aspecten. Het gaat niet enkel om wie het hardste kan lopen, maar ook wie het meest slim kan zijn. Het duurde wel even voordat ik het spel van de tactiek onder de knie had, hoewel je dat nooit helemaal kunt beheersen, want het blijft een wedstrijd waarbij juist het samenspel tussen het fysieke en het mentale en de tactiek het resultaat bepaalt. Daarin raak je nooit als atleet in uitgeleerd. Met daarnaast natuurlijk de tegenstanders, en ja, van de meeste tegenstanders probeerde je wel te bedenken wat hun sterke en minder sterke punten waren. Maar verrassingen kunnen er natuurlijk altijd zijn.’

Jij zegt verder ergens in je boek dat 800 meterloopsters heel gevarieerd trainen, welke aspecten moet je dan als toploopster tot in de perfectie beheersen?

‘In de 800 meterdiscipline komen vele elementen samen, dus wij trainden ook heel gevarieerd op duurvermogen, sprint, kracht en het lopen onder verzuring door middel van harde tempotrainingen en lekker knallen op de baan.’

 

Hoe zag een gemiddelde trainingsweek in de specifieke voorbereiding er voor jou globaal uit ?

Even ver terug in m’n herinnering, globaal zag het er als volgt uit:

Maandag:  ’s Ochtends duurloop & ’s avonds baantraining

Dinsdag:      ’s Ochtends krachttraining & ’s middags duur of snelheid

Woensdag:  ’s Ochtends duurloop & ’s avonds baantraining

Donderdag:  Rust of circuittraining

Vrijdag:          ’s Ochtends krachttraining & ’s middags loopscholing en snelheid

Zaterdag:       Lange duurloop, veelal met intervals

Zondag:         Heuveltraining bos

Opmerking: Voor elke baantraining hadden we een uitgebreide loopscholing.

 

Trainde je ook specifiek op tempowisselingen bij Frans Thuys ?

‘Dat deden we inderdaad zeker heel veel. Dat zag er heel verschillend uit, zowel op de baan als in duurlopen als bij heuveltraining, want tempowisselingen komen natuurlijk ook in de races veelvuldig voor.’

 

Werden er in jouw tijd op de training al lactaattesten afgenomen? Of werkten jullie met hartslagmeters bij de tempotrainingen om de juiste intensiteit te bepalen?

‘Daar kan ik kort over zijn, nee daar werkten wij niet mee. Frans wist altijd precies in elke periode hoe snel de tempo’s op de baan moesten worden afgelegd om de juiste trainingsprikkels aan te bieden, hij was daar een meester in.’

Op 3 augustus 1992 te Barcelona werd Ellen van Langen na een zinderende eindsprint olympisch kampioene en schreef ze atletiekgeschiedenis

 

‘Mijn hoofd wilde altijd meer dan mijn benen aankonden’

Ellen van Langen


Duurlopen en echt langere tempo’s vond jij niet altijd leuk en waren geloof ik niet zo’n ding voor jou. Was dat meer een haat-liefde verhouding? Het tempowerk en het ‘knallen’ lag jou meer, begrijp ik?

‘Dat klopt, hoewel ik af en toe toch wel kon genieten als een duurloop lekker ging en het voelde alsof ik eeuwig door kon lopen.’

 

Hoe belastend was de 800 m. discipline voor jou en hoe hield jij de controle om zoveel mogelijk blessureleed te voorkomen? Want je was daar heel gevoelig voor, begrijp ik. En hersteltrainingen als aqua-joggen en de fietstrainingen vond je maar niks toch?

‘Aqua-joggen en fietstrainingen deed ik voornamelijk wanneer ik niet kon hardlopen vanwege blessure. Ja, en ik was regelmatig geblesseerd. Ik probeerde mezelf zo goed mogelijk te verzorgen, ik ging vaak naar fysiotherapeut. En Frans hield nauwlettend in de gaten hoe het met me ging. Als ik met pijntjes liep had hij dat meteen door en paste de training dan soms aan.’

Ellen van Langen vindt nog steeds voldoening als evenementenmanager bij Global Sports Communication en leeft erg mee met de prestaties van haar atleten/tes tijdens wedstrijden

Hoe moeilijk is het om op grote toernooien als WK’s en Olympische Spelen, waar je in 4 dagen 3 topprestaties moet leveren op tijd te herstellen?

‘Daar train je op en in de voorrondes moet je zorgen dat je je plaatst voor de volgende ronden en niet maximaal gaan indien niet nodig is. Maar soms als het een sterke serie is moet je slim en zuinig lopen, dat is dus “de kunst van het winnen”. Dat spelletje moet dus je leren.’

 

Was het voor jou moeilijk om gewoon meedogenloos keihard te zijn en je te laten gelden in de wedstrijd met je tegenstanders, want die meiden in de top zijn ook vaak geen lieverdjes? Ik las dat Frans je wel eens niet egoïstisch genoeg vond voor een topsporter, is dat de aard van het beestje?

‘Vooral in het begin van m’n carrière moest ik dat wel leren inderdaad, maar in wedstrijden kreeg ik het daarna wel snel onder de knie. Maar buiten de wedstrijden om vond ik het moeilijk altijd voor mezelf te moeten kiezen.’ 

 

Hoe ging jij om met de wedstrijdspanning voor een belangrijk toernooi? Want dan gieren de zenuwen toch door je keel, en kan twijfel de kop opsteken, en kan de vraag bij je opkomen of je wel goed genoeg bent en hard genoeg hebt getraind? Wat voor gevoel had jij daar dan bij en hoe kon jij dat handelen?

‘Het vraagt veel focus en concentratie, maar wedstrijdspanning hoort er ook gewoon bij. Natuurlijk had ik ook regelmatig twijfels over of ik het kon, maar ik overtuigde mezelf dan aan de hand van goede sleuteltrainingen en door tegen mezelf te praten, alsof ik het tegen een goede vriend had die je wilt oppeppen. Wat mij ook heel erg heeft geholpen is visualisatie, dat zorgde ervoor dat ik mentaal klaar was voor de wedstrijd.’

 

Maakte jij geen gebruik van een sportpsycholoog, zoals je nu veel atleten ziet doen?  

‘Nee, Frans wist mij altijd in onze gesprekken te motiveren en hij stond natuurlijk ook dicht bij mij en ik vertrouwde hem om zijn kennis en kunde.’

 

‘Toen ik mijn sportcarrière beëindigd had, had ik het gevoel doelloos door het leven te gaan, ik miste het spel van het lopen van de 800 meter’

Ellen van Langen

 

Wat zie je met jouw ervaring achteraf als de valkuilen waar een talentvolle atleet mee geconfronteerd kan worden?

‘Te hard doortrainen bij kleine pijntjes of zelfs blessures. Daar moet een trainer coach écht de vinger aan de pols houden! Want anders kunnen blessures chronisch worden en ben je verder van huis.’

 

Zie jij dingen waar je in je topsportcarrière achteraf spijt van hebt?

‘Niet echt, als ik terugkijk heb ik van weinig dingen spijt, maar wel van het feit dat ik mij nauwelijks de tijd gunde om gas terug te nemen. Ik twijfelde wel eens dat ik te weinig trainde.’

 

Tot besluit

Ellen sluit haar boek ‘De kunst van het winnen’ af met de mooie woorden: ‘Om te winnen als persoon en om “persoonlijke groei” door te maken, moet je open staan voor nieuwe dingen. Je moet geraakt kunnen worden en bevlogen zijn en jezelf doelen stellen.’ En verder: ‘Je moet af durven wijken van de gebaande paden en je eigen weg volgen en keuzes durven maken, daar is heel veel lef voor nodig. De topsport heeft mij dát geleerd en dat is voor mij één van de grotere overwinningen in het leven, misschien wel een mooiere dan welke medaille ook.’

 

Kort profiel Ellen van Langen

Naam: Ellen Gezina Maria van Langen

Geboren: 9 februari 1966

Geboorteplaats: Oldenzaal

Lengte: 1.71 m.

Wedstrijdgewicht: 56 kg.

Specialisatie: 800 meter

Trainers/coaches: Frans Thuys en Ronald Klomp

Behaalde Nederlandse titels:                                                                   

outdoor

800 meter in: 1989, 1990, 1992 en 1996                                                  

1500 meter in: 1990

Indoor

800 meter in: 1989

Nederlands record:

800 meter: 1.55.54 min., Barcelona 1992

Onderscheidingen:

Nederlandse sportvrouw van het jaar 1992

KNAU-atlete van het jaar 1990

Sportvrouw van Amsterdam 1990 en 1992

De Pahud de Mortanges Trofee **

 

Bijzonderheden

-Ellen schreef in 2004 na het behalen van haar olympisch goud op de 800 meter het bijzonder inspirerende boek De kunst van het winnen 

-Werkt sinds lange tijd als sportevenementenmanager bij Global Sports Communication (het bedrijf van Jos Hermens)

-Zal als mentor optreden voor Femke Bol, die haar atletiek carrière verder vorm zal geven als 800 meterloopster. 

 

* Adriaan Paulen Memorial (1987-2000), later omgedoopt tot de Fanny Blankers Koen Games.  

** Deze ereprijs werd in de periode 1972-2016 uitgereikt door NOC*NSF in een olympisch jaar aan de meest voorbeeldige en opvallende olympische sporter of sportploeg.