Meerkampster Hanna van Baast: ‘Ik wil heel goed worden!’

door Michel van Eijkelenburg

De Tilburgse Hanna van Baast is een nog piepjonge atlete, net 16 geworden. Geboren op 10 januari 2004, is ze nog pas 1e jaars B-junior. Maar ze weet al precies wat ze wil: een heel goede meerkampster worden. Ze traint veel en met plezier, bij diverse trainers al naar gelang het onderdeel. Veelzijdig getalenteerd als ze is, heeft ze al een mooi lijstje persoonlijke records (zie het staatje onderaan dit interview).

Vijf van deze pr’s dateren van de recente NK meerkamp indoor in Apeldoorn (februari 2020) waar ze knap vierde werd in een veld van meiden tot 18 jaar. Bij de NK indoor U18 op individuele nummers werd Hanna zesde zowel bij het hoogspringen als op de 60 meter horden.

Om te ontdekken wie Hanna is en hoe ze haar sport beleeft ontmoet ik haar op een zaterdagochtend bij A.V. Attila in Tilburg, na de speerwerptraining die ze wekelijks doet onder leiding van Roar Strooper.

Vertel eens wat over je jeugd: waar ben je opgegroeid en hoe ben je in de atletiek terechtgekomen?

‘Ik ben geboren en getogen in Tilburg. Ik begon met atletiek toen ik 6 of 7 was, als minipupil bij Attila. Mijn moeder heeft in haar jonge jaren aan atletiek gedaan en raadde het me aan. Daarvoor had ik een jaar op rugby gezeten, maar ik was verlegen en bang en stond maar wat te staan op dat veld, dat was echt geen succes!’

Wat is de invloed van je ouders op jouw sportbeoefening?

‘Mijn ouders geven me tips en adviezen, ze ondersteunen me sowieso en ze rijden me altijd naar trainingen en wedstrijden.’

Wat zijn je mooiste successen tot nu toe?

‘In 2018 als C1 werd ik bij de NK tweede bij hoogspringen en derde op de meerkamp. In 2019 als C2 was ik bij de NK derde op de horden. In de meerkamp had ik toen helaas driemaal ongeldig bij verspringen, maar die meerkamp heb ik wel lekker ontspannen afgemaakt.’

Welke onderdelen van de meerkamp gaan het best?

‘Horden is denk ik wel mijn beste onderdeel, en speer en hoog gaan soms heel goed. Ik vind eigenlijk bijna alle onderdelen leuk. Als het verspringen goed lukt lijk je wel te vliegen en dat voelt gaaf. Ik hou van de meerkamp en wil daarmee verder. Alleen de langere loopnummers liggen me nog niet zo. Komend jaar moet ik in plaats van 150 meter de 200 meter gaan lopen, en dat lijkt me eigenlijk al een beetje te ver, ik hou niet van moe worden, haha! De 600 meter (komend jaar 800) is helemaal een drama. Sommige meisjes kunnen dan echt diep gaan, over hun grens gaan, maar ik kan dat nog niet. Mijn conditie is ook niet zo goed, daar moeten we nog aan werken.’

Wie zijn je trainers, en wat moet je nog verbeteren?
‘Mijn algemeen trainer is Jeroen Alessie. Speer train ik bij Roar Strooper, hoog bij Marloes Strooper-Lammerts en ver bij Joep Janssen. In totaal train ik 4 tot 5 keer per week: op maandag algemeen, op woensdag in Vught (Regionaal Talenten Trainingscentrum) ver en kogel, vrijdag hoog en horden, zaterdag speer, en op zondag in Vught algemeen en kracht.

Wat ik nog moet verbeteren is bijvoorbeeld mijn sprinttechniek: ik zwaai mijn benen teveel naar achteren en moet mijn knieën meer naar voren gooien. En ja, mijn conditie dus.’

“Hanna springt 5,22 meter ver (foto Ed Turk)

“Hanna (links) perst alles eruit op de 800 meter (foto Ed Turk)

Hoe combineer je school en sport?
‘Dat vind ik niet zo moeilijk. Na een schooldag vind ik het meestal juist fijn om te gaan trainen. Ik zit op het Theresialyceum in 5 VWO, en dat gaat goed. Ik lig een jaar voor op schema, ik heb op de basisschool een groep overgeslagen. Naast school en atletiek doe ik ook nog 7 uur per week schoonmaakwerk bij een supermarkt. Als ik het allemaal niet meer kan combineren, zal ik het werken laten vallen.’

Welke dingen doe je verder graag?

‘Ik heb geen hobby’s, maar ik ga wel graag met vriendinnen de stad in. Nee, ik heb niet het gevoel dat ik door de vele trainingen andere leuke dingen mis of zo.’

Is jouw lengte okay voor een atlete?

‘Ik ben nu 1.71 meter en ik groei niet meer. Aan de ene kant is dat misschien jammer, maar ik kom toch goed over de horden heen. Ook met deze lengte kun je een goede meerkampster worden, dat heeft bijvoorbeeld Jessica Ennis-Hill wel bewezen.’

Wat zijn je doelen op de korte termijn?

‘In overleg met Jeroen train ik de komende jaren vooral als investering voor de lange termijn. Resultaten op korte termijn zijn minder belangrijk. In 2020 doe ik dan ook niet mee aan de EK U18, wel aan de NK’s.’

Je doelen op de lange termijn dan, droom je al van de Olympische Spelen 2024 in Parijs?

‘Nou, die komen voor mij te vroeg denk ik. Ik wil wel graag heel goed worden later, ik weet natuurlijk nog niet of dat ook gaat lukken maar ik wil er wel alles aan doen. Ik wil liever later ooit kunnen deelnemen aan een WK senioren dan nu aan de EK U18.’

Tenslotte: wie zijn je voorbeelden in Nederland en daarbuiten?

‘Ik heb niet echt een idool. Natuurlijk volg ik wel de prestaties van Anouk Vetter en Emma Oosterwegel. Buiten Nederland bewonder ik Nafi Thiam en Katarina Johnson-Thompson, die zijn zo geweldig goed. Maar elke meerkampster is weer een ander type, en ik zal zeker een ander type zijn dan die twee doordat ik een andere lichaamsbouw heb. Een stuk kleiner ja!’

Huidige pr’s Hanna van Baast (februari 2020):
60m horden indoor   8,91
80m horden 11,74
100m horden 14,97
hoog   1,68
kogel 3 kg 11,73


150m 19,63
200m 27,69
ver   5,22
speer 500 gram 37,77
600m 1.51,70
800m indoor 2.44,51