3 mei Ontmoeting met… Bill Toomey

door Jan Lips

Een maand of twee geleden had ik een onverwachte ontmoeting.

Ik breng een groot deel van mijn winter in Tucson, Arizona door. Ik woon in Calgary en heb even genoeg van de lange Canadese winter met sneeuw en kou. Wanneer ik daar ben, ga ik regelmatig naar de Universiteit van Arizona om trainingen te bekijken en atleten en coaches aan het werk te zien.

Toen ik rond half twee op de baan aankwam, begaf ik me naar het hoogspring gebied waar twee Canadese atletes die ik ken, hun training zouden doen.
Alexa Porpaczy van de Vancouver regio, is een hoogspringster (1.80 m dit indoor seizoen), en Skylar Sieben een zevenkampster uit Bragg Creek, een klein plaatsje ten westen van Calgary. Skylar is 19 en scoorde 5383 punten afgelopen jaar, wat haar de best scorende junior heptathlon athlete in Canada maakte. Zij nam dan ook deel aan de Universiade in Napels, ITA. Andere atletes die daar (in Tucson) trainen en die ik graag aan het werk zie, zijn Georganne Moline (USA), finalist in de 400 m horden op de Olympische Spelen van Londen (2012), en de Canadese Sage Watson, 400 m horden finalist op de Spelen van Rio de Janeiro. Ik heb Sage gekend sinds ze serieus met atletiek begon, zo'n 10 jaar geleden.

De groep meerkampers en hoogspringers stonden in een groepje te luisteren naar een voor mij onbekende oudere heer. Bob, de hoogspring coach, wenkte me naderbij en fluisterde in mijn oor: "Dat is Bill Toomey, Olympisch gouden medaille winnaar van de tienkamp op de spelen van Mexico 1960. Nu ben ik oud genoeg om me zijn naam te herinneren. Bill is nu 81 jaar, en op het eerste gezicht nog redelijk goed ter been. Een paar dingen die hij vertelde:

  • Hij begon als een half mijler (wij noemen dat gewoon een 800 m loper) bij de Universiteit van Colorado.
  • Hij was geen uitzonderlijk talent toen hij startte met de meerkamp.
  • Op twaalfjarige leeftijd was bij een ongeval een zenuw doorgesneden in de pols van zijn rechterhand. Hij kan nog steeds zijn duim en twee vingers niet bewegen. Het is daarom extra ongelofelijk dat hij met die hand kon polsstokspringen, kogelstoten, speer- en discuswerpen!
  • Zijn beste meerkamp was 8417 punten, een wereldrecord.
  • Bill heeft een boek geschreven over de geschiedenis van de tienkamp. Hij zegt dat het goed verkocht.
  • Hij benadrukte het belang van krachttraining – zwaar tillen werkte voor hem.
  • Het nummer 10 was uitermate belangrijk voor hem. Hij noemde een hele lijst van voorvallen die met hem te maken hadden waar het nummer 10 een rol in speelde. Zie ook hieronder.
  • In het laatste jaar dat hij atletiek beoefende deed hij 10 tienkampen!! Hij hield ontzettend van competitie!
  • Hij werd na zijn carrière atletiekcoach aan de universiteit van Californië/Irvine.

 

Op het internet vond ik het volgende artikel over Bill:

Bill Toomey was 12 years old when an accident severed a nerve in his right hand. He would need five surgeries over the next few years just to regain about 75 percent functionality.

But as he began to emerge as one of the United States’ top track and field athletes, Toomey never mentioned the injury to his peers and competitors, even though it affected his ability to grip various objects.

“I never told anyone I had a paralyzed right hand,” Toomey said. “To tell someone would have provided me an excuse to fail.”

Toomey won five consecutive AAU pentathlon championships from 1960 to 1964 and narrowly missed qualifying for the Tokyo 1964 Olympic Games in the decathlon. Instead of traveling as part of the American delegation, Toomey traveled on his own and carefully watched the decathlon, resolving to improve and be a metal contender at the Mexico City 1968 Olympic Games.

A strong believer in the power of positive thinking, in 1965 Toomey won the first of five consecutive AAU decathlon championships – even though he threw the shotput, discus and javelin right-handed.

As Toomey kept his eye on the Mexico City 1968 Olympics, he encountered a series of obstacles. He tore a calf muscle in a pole vaulting accident, requiring 35 stitches. Having traveled to West Germany to train, he contracted mononucleosis and hepatitis, spending several months in a hospital. He shattered a kneecap in a motorcycle accident.

Every time, though, Toomey bounced back. The Mexico City 1968 Olympics decathlon wasn’t always smooth. Toomey failed in his first two pole vault attempts and was faced with the prospect of being knocked from contention before finally getting on track. He rallied to win the final event, the 1,500-meter run, to claim the gold medal with an Olympic-record 8,193 points.

“Ten is my favorite number,” he said. “Ten letters in my name. Born on January 10. Always wore number 10 as a ballplayer. It had to be the decathlon.”

Toomey continued competing for one more year, setting world records in the pentathlon and decathlon, before beginning a marketing career that the AAU determined made him a professional.

Een zeer interessant interview met Bill Toomey uit 1989, waar hij vertelt over zijn historische tienkamp winst in Mexico, kun je hier vinden.