Op de zevenkamp samen strijden tegen elkaar

interview met Anne en Myke van de Wiel

Door Bert Vreeswijk

Zeven jaar waren de in Breda geboren twee-eiige tweelingzusjes Myke en Anne van de Wiel toen ze op atletiek gingen. Een oom van hen, van wie twee zoons op atletiek zaten had hun moeder geadviseerd eens te kijken of deze sport ook wat was, zodat de twee ‘spring in het velds’ hun overtollige energie kwijt konden. Moeder van de Wiel nam dit advies ter harte en dat bleek een schot in de roos. Sindsdien zijn Myke en Anne (23 jaar) lid van atletiekvereniging Sprint uit Breda en hebben het daar geweldig naar hun zin.
De eerste jaren bij de pupillen en D-jeugd trainden ze met hun leeftijdgenootjes met veel enthousiasme en plezier en maakten ze kennis met de basistechnieken van het lopen, springen en werpen. Pas op zestienjarige leeftijd, nadat er onder leiding van een andere trainer meer specifiek werd getraind op de meerkamp, kwamen de in aanleg zijnde atletische kwaliteiten van Myke en Anne bovendrijven. De echte doorbraak kwam afgelopen september, waar Anne in Emmeloord de Nederlandse titel op de zevenkamp wist te bemachtigen met een prachtige score van 5756 punten en Myke die het brons veroverde met 5532 punten, achter Michelle Oud die met 5661 het zilver voor zich opeiste.

De progressie van Anne en Myke op de meerkamp kwam niet zomaar uit de lucht vallen. Sinds enige tijd worden ze deskundig en ambitieus getraind door oud-tienkamptopper (8224) Ingmar Vos (34 jaar) die ze de kneepjes van het meerkampvak bijbrengt. Ingmar, die na zijn opleiding aan de HALO nu als inspanningsfysioloog werkzaam is, ziet potentie in Anne en Myke als het om de zevenkamp gaat.
Wij zochten contact met Anne en Myke en waren benieuwd hoe beide atletes denken over elkaars en hun eigen toekomstmogelijkheden op de zevenkamp. Onafhankelijk van elkaar legden we ze een aantal vragen voor. Ook laten we hun coach in dit interview nog aan het woord.

Wat gaf bij jullie de doorslag om uiteindelijk bewust serieus voor de meerkamp te kiezen?

Anne: ‘Ik heb eigenlijk nooit bewust gekozen voor de meerkamp. Ik ben nooit gaan specialiseren op één onderdeel, omdat ik juist de afwisseling van de verschillende onderdelen het leukste vond/vind. Vanaf de A-junioren ben ik pas echt een beetje serieus gaan meerkampen met een goede weekindeling voor alle verschillende onderdelen.’   
Myke: ‘Al vanaf het begin dat ik op atletiek zat vond ik de afwisseling tussen de onderdelen leuk. Als pupil doe je alle onderdelen en eigenlijk wilde ik mij nooit specialiseren omdat ik (bijna) alle onderdelen leuk vind, dus voor mij was het heel logisch om te gaan meerkampen. Er is nooit een bewust moment geweest dat ik dacht, ”en nu kies ik voor de meerkamp”, maar ik ben gewoon nooit gestopt met alle onderdoen te doen en dan is het logisch dat je op een gegeven moment de meerkamp doet.’ 

Hoe belangrijk is je moeder* voor jullie geweest in relatie tot jullie sportbeoefening?

Anne: ‘Mijn moeder heeft mij van jongs af aan altijd gesteund. Altijd naar de trainingen brengen en mee naar wedstrijden. Ik kan me eigenlijk amper een wedstrijd herinneren waar ze niet bij is geweest. Ze vindt het superleuk om te kijken en is altijd trots en onze grootste fan. Mijn moeder is ook altijd positief ingesteld. Op wedstrijden juicht ze altijd, ook al is het geen geweldige prestatie. Een voorbeeld hiervan is dat zij bij het verspringen elke poging als punten ziet voor je meerkamp. Ze is dus betrokken, maar weet echt niet op elk onderdeel wat onze persoonlijke records zijn. Ik kan daar altijd wel om lachen.’         Myke: ‘Heel belangrijk! Mijn moeder heeft ons altijd gesteund en dat doet ze nog steeds. Toen wij geen rijbewijs hadden bracht ze ons altijd vijf keer per week naar de training, ging ze mee naar alle wedstrijden, zorgde dat het eten altijd klaar stond en ondersteunde ons waar dat kon. Ook nu we inmiddels al een paar jaar op onszelf wonen komt ze nog steeds bij alle wedstrijden kijken.’ 

* Anne en Myke zijn alleen door hun moeder opgevoed.

Waar kan je zus nog aan ‘schaven’ in de zevenkamp en wat zijn volgens jou enkele verbeterpunten die haar tot nog betere prestaties kunnen brengen?

Anne over Myke: ‘Een specifiek onderdeel als het hoogspringen is nog niet altijd even stabiel bij Myke. Als ze meer stabiliteit krijgt op dit onderdeel zal dit zeker haar meerkampprestatie ten goede komen. En ze kan nog wel beter worden wat betreft kracht. Hierop is ze al flink vooruitgegaan, maar hier valt er voor haar zeker nog meer op te winnen.’    
Myke over Anne: ‘Ik denk dat bij Anne nog wat aan de werponderdelen kogelstoten en speerwerpen geschaafd kan worden. De afgelopen twee seizoenen ging het speerwerpen soms wat moeizaam, terwijl het vroeger altijd één van de beste onderdelen van Anne was. Dus ik weet dat het er honderd procent in zit, maar het komt er al een tijdje niet helemaal meer uit. Daarnaast is het kogelstoten nooit haar beste onderdeel geweest, en ik denk persoonlijk dat dit komt omdat we beiden (te) laat zijn begonnen om dit echt goed te trainen. Maar de laatste paar seizoenen maakt Anne veel progressie, dus ook hier weet ik zeker dat ze zich nog veel kan verbeteren.’ 

Wat zijn de meest en minst favoriete trainingsdisciplines van je zus?

Anne over Myke: ‘Interessante vraag, want ik denk/weet dat er een verschil zit bij Myke tussen haar favoriete trainingsdisciplines en wedstrijddisciplines. Op de wedstrijd is het de sprint en horde. Op de training vindt ze het leukste om de technische onderdelen te trainen, dus zet ik in op hoog en speer. Horde en sprint is natuurlijk ook technisch, maar ik denk dat ze deze onderdelen leuker vindt op een wedstrijd dan op trainingen. Minst favoriete trainingsdiscipline van haar zijn de tempo trainingen voor de 800 meter, maar voor welke meerkampster geldt dit niet?’ 
Myke over Anne: ‘Ik weet dat Anne de technische onderdelen het leukste vind om te trainen. Dus hoog, speer, ver en kogelstoten. Ik denk dat ze dan hoog en speer het leukste vind. Wat ze het minst leuk vindt is in elk geval de 800 meter-training! De beruchte zaterdagochtendtraining voor de 800 meter is altijd wel een dingetje.’  
Wat zijn de sterkste kwaliteiten van je zus in de zevenkamp?
Anne over Myke: ‘Op fysiek gebied zijn Myke’s sterkste kwaliteiten dat ze snel is en explosief, dus onderdelen als de 200 meter, horden en verspringen gaan haar goed af. Ook het speerwerpen ligt haar goed. Op mentaal gebied weet ze haar hoofd vaak koel te houden in de meerkamp. Ze kan de rust redelijk goed bewaren en vaak is haar laatste poging ook de beste.’ 
Myke over Anne: ‘De 200 meter en de 100 meter horden zijn de onderdelen die Anne altijd goed af zijn gegaan. Ze is ook goed op de 400 meter en de 400 meter horden, maar deze zitten natuurlijk niet in de zevenkamp. Maar ik denk als ze zich zou specialiseren op deze onderdelen, ze nog een heel eind zou kunnen komen.’

Wat bewonder je het meeste in je zus en is er wel eens sprake van een beetje ‘positieve’ jaloezie als de één beter presteert dan de ander?

Anne over Myke: ‘Het meeste aan Myke bewonder ik haar doorzettingsvermogen en enthousiasme en dat ze er altijd staat op grote wedstrijden. Afgelopen twee jaar heeft ze zo hier en daar wat kleine lichamelijke klachten gehad, waardoor ze de trainingen niet altijd op 100 procent heeft kunnen afwerken. Desondanks staat ze er altijd op de NK’s en weet ze op het juiste moment te pieken. Er is echt nooit sprake van ‘positieve’ jaloezie. Ik gun het haar echt net zo erg en ik weet dat dit andersom ook zo geldt. Soms kan het daardoor misschien wat afleidend zijn dat je tijdens een wedstrijd ook altijd heel erg met de ander bezig bent. Als zij een slechte prestatie heeft neergezet baal ik daar ook erg van voor haar, waardoor het soms kan afleiden voor je eigen prestatie. Omgekeerd werkt het dan ook weer juist versterkend; als Myke dan goed presteert krijg ik alleen maar meer de drive om ook een goede prestatie neer te zetten.’   
Myke over Anne: ‘Anne staat er altijd, zowel op de training als op wedstrijden. Ze is eigenlijk nooit echt geblesseerd en staat (bijna) altijd “aan” op de training en heeft een positieve houding. We hebben heel veel aan elkaar tijdens de training en ze kan mij ook echt stimuleren om harder te trainen. Er is eigenlijk ook nooit sprake van “positieve” jaloezie. Ik gun haar alles en zou nooit jaloers zijn.’  

Hoe zien jullie de toekomst voor elkaar in de zevenkamp? Is je zus ‘uit het goede meerkamphout gesneden’ en wil ze er alles voor doen en laten, of vindt ze het een mooie sport en geniet er gewoon van zonder zich te focussen op de toekomst?

Anne over Myke: ‘Ik weet zeker dat Myke zich nog veel kan verbeteren om een topmeerkamp neer te zetten, want dat heeft ze nog niet kunnen laten zien. Ik denk niet dat Myke er echt alles voor zou laten, omdat dit niet tot betere prestaties zal leiden. Ik weet dat het belangrijk is voor haar om er ook iets naast te hebben zoals school, werk en vrienden, zodat je niet alleen in een atletiekbubbel gaat zitten. Dus in dat opzicht denk ik dat het averechts zou werken. Natuurlijk denk ik wel eens dat haar leven soms té druk is en dat ze iets minder hooi op haar vork moet nemen, zodat ze er nog meer uit kan halen.’
Myke over Anne: ‘Ik denk dat Anne nog zeker stappen kan zetten in de zevenkamp en weet zeker dat ze die magische grens van 6000 punten gaat halen. Pas de laatste jaren is ze een stuk serieuzer geworden met atletiek. Voorheen ging ze er ook altijd voor, maar waren andere dingen ook leuk en belangrijk voor haar. Ik denk dat dit er ook voor heeft gezorgd tot waar ze nu staat. Bovendien denk ik dat het belangrijk is om altijd plezier te hebben en op jongere leeftijd ook andere dingen te hebben naast de atletiek. Anders is het op latere leeftijd gewoon niet leuk meer. Anne en ik hebben bijvoorbeeld tot ons zeventiende er ook altijd naast getennist, simpelweg omdat we het leuk vonden.’ 

Anne, wie van jullie twee denk je dat het meest wedstrijd-stressbestendig is en hoe uit zich dat?

Anne: ‘Ik vind zelf dat hier geen verschil in zit. We kunnen allebei pieken op het juiste moment en kunnen beiden redelijk goed met stress omgaan. Met name horden en de  800 meter zijn voor ons de meest stressvolle nummers. Maar uiteindelijk weten we er altijd goed mee om te gaan. Als we zenuwachtig zijn op een wedstrijd of van te voren dan praten we vaak met elkaar over koetjes en kalfjes. We weten op zulke momenten precies wat we aan elkaar hebben.

Hoe ver denk je dat je zus het kan schoppen, zou ze volgens jou wel eens stiekem ‘dromen’ van de Olympische Spelen in Parijs (2024) en acht jij haar daartoe in staat?

Anne over Myke: ‘Vroeger stond atletiek voor haar op een relatief iets lager pitje, dus toen keek Myke nooit echt ver in de toekomst. Nu weet ik wel dat ze eerder zou dromen over dingen als de Olympische Spelen, maar dan blijft het vooral bij dromen, ha, ha, ha. Haar doelen nu zijn om met internationale wedstrijden mee te doen en 6000 punten te scoren en ik geloof er zeker in dat dit voor haar haalbaar kan zijn.’
Myke over Anne: ‘Ik denk dat ze stiekem wel eens droomt van de Olympische Spelen. Er zijn nog genoeg stappen te zetten, maar wie weet als ze die progressie kan voortzetten, dat er dan eens iets heel moois zou kunnen gebeuren.’ 

Wat zijn volgens jullie de sterke punten van jullie trainer/coach Ingmar Vos?

Anne: ‘Ingmar is een toegewijde trainer en is altijd enthousiast en positief ingesteld. Hij is erg betrokken en staat altijd voor je klaar. Hij weet natuurlijk hoe het is om zelf een meerkamper te zijn, dus hij weet hoe je ook positief en optimistisch moet blijven als je een minder onderdeel hebt in de training of in de wedstrijd.’
Myke: ‘Ingmar is heel enthousiast en bevlogen. Hij gaat er zelf ook honderd procent voor en ik denk dat dat als trainer heel belangrijk is. Zo rent hij bijvoorbeeld het hele veld over als wij tempo’s moeten lopen om ons aan te moedigen en splittijden te roepen. Daarnaast heeft hij ook veel geduld, ook al lukt het een lange tijd niet, hij blijft er altijd voor gaan en in geloven.’

Wij hadden voor trainer/coach Ingmar Vos zelf ook nog een aantal aanvullende gerelateerde meerkampvragen.

Ingmar, heeft de corona-pandemie nog veel invloed gehad op jouw trainingen met de meiden, vooral wat hun sportbeleving en motivatie betreft? En zo ja hoe dan?

‘Jazeker, die corona heeft echt roet in het eten gegooid, begin maart- april waren we precies bezig in de voorbereiding om de puntjes op de i te zetten richting de grote Multistar Meeting in Italië. We hadden net een succesvol indoorseizoen gedraaid en toen kwam die lockdown die ons dwong om weer het bos in te gaan en de krachttraining in mijn eigen achtertuin af te werken. Dat vroeg wel weer om de knop om te zetten.
Qua motivatie was het denk ik in het begin niet moeilijk, want we wisten toen natuurlijk nog niet hoe lang het allemaal precies zou gaan duren. Wat dat betreft hebben we altijd de hoop behouden dat er wel wedstrijden zouden komen en die kwamen er gelukkig ook!

Alleen wat de beleving betreft was het wel even anders, want het was begin voorjaar en je stond weer in het bos zoals in de winter en je kon niet alle onderdelen optimaal trainen, zeker niet onderdelen als hoog- en verspringen. Gelukkig hebben we voor bijna alle onderdelen met enige creativiteit wel een oplossing kunnen vinden.’ 

Hoe hou je de meiden scherp tijdens deze corona-pandemie? Stel je bepaalde eisen aan hen, zijn er meetmomenten in je programma, behalve die enkele NK indoorwedstrijd in februari?
‘Ik denk eerlijk gezegd dat de groep zichzelf behoorlijk scherp houdt.  Anne en Myke willen eigenlijk nooit voor elkaar onderdoen en nu Melissa de Haan (22 jaar, pr 5581, 2019) erbij is gekomen is de gezonde concurrentie alleen maar sterker geworden. Verder trainen ze nu ook alweer een paar jaar samen met Sybren Blok (24 jaar, indoor zevenkamp 5679 en pr tienkamp 7706 punten U20 in 2015 en pr tienkamp senioren 7444 punten in 2018) die onder andere op Papendal heeft getraind. Dus het niveau in de groep is behoorlijk hoog en brengt denk ik automatisch een stukje professionaliteit en scherpte met zich mee. Dan zit er verder in onze trainingsgroep nog de jonge meerkampster Joyce van Welie (uit Brielle, 17 jaar, zilver NK indoor vijfkamp 2020, pr 3684 punten) en die wil ook een hoog niveau halen, zodat die meiden elkaar ook nog eens scherp houden. Verder werken we in blokken van 3 trainingsweken met daarna 1 week relatieve rust. In die rustweek plan ik af en toe een aantal meetmomenten, maar dat is meer voor de lol en om ze wel eenzelfde trainingsprikkel te geven, alleen eentje die veel minder inwerkt op het lichaam en een snel herstel geeft. Aan van hand van trainingstijden, afstanden, hoogtes, krachttraining kilo’s en techniek- observatie kan je vaak al heel goed zien of je op de juiste weg bent of niet. Dus ik hecht niet heel veel waarde aan die meetmomenten.’ 

Trainen ze ook af en toe op Nationaal sportcentrum Papendal of meer bij PAC in Rotterdam of bij Sprint in Breda?                                
‘In de winter trainen we eigenlijk altijd bij PAC, ook omdat mijn werk daar om de hoek ligt. In de zomer trainen we wekelijks ook bij Sprint Breda, gezien de mooie Mondobaan die er ligt en deze zich uitstekend leent om snelheid te trainen. Omdat hun moeder in Breda woont en ik zelf ook, rijden we vrijdagsavonds na de training bij PAC gezamenlijk naar Breda en trainen dan in ieder geval elke zaterdagochtend in Breda. Trainen op Papendal is voor de meiden op dit moment denk ik nog geen optie, gezien het feit dat ze nog geen specifieke topsportstatus hebben om daar te mogen trainen. 

Tot slot, hebben Anne en Myke een op hun lijf geschreven individueel trainingsprogramma en trainen ze sommige dingen samen en bepaalde disciplines apart?
‘In principe schrijf ik een weekprogramma als leidraad en dan tijdens de trainingen hebben ze beiden hun eigen aandacht- en techniek punten. Ook hanteren ze hun eigen target tijden tijdens de looptrainingen. In de warming up hebben beiden ook hun eigen Prehab oefeningen (speciale ondersteunende oefeningen ter voorkoming van sportblessures, red.) aangezien ze allebei aparte zwakkere puntjes in het lichaam hebben. Zo heeft Myke bijvoorbeeld regelmatig wat stijve hamstrings en een stijve onderrug en heeft Anne regelmatig last van een hele stijve enkel of last van haar linker schouder. Zo hebben ze dus allebei specifieke dingetjes waar ze extra aandacht aan moeten besteden. Wat betreft de disciplines en trainingen werken ze alles samen af en dat is wat ze ook prettig vinden.’

Anne en Myke, tot slot nog een laatste vraag aan jullie. Waar zijn voor jullie de pijlen komend seizoen op gericht en zien we één of jullie allebei terug eind mei 2021 tijdens de Hypo Meeting in Götzis – en dan bedoel ik niet als toeschouwer?

Anne: ‘Mits het door kan gaan hebben we het plan om in het voorjaar in Italië (Lana) een meerkamp te doen. In 2019 hebben we hier voor het eerst deelgenomen en allebei een dik persoonlijk record gescoord. In 2020 werd deze wedstrijd afgelast wegens corona, dus hopelijk gaat het dit jaar wel door. Het zou een ultiem doel zijn om daar de 6000 punten barrière te doorbreken. Als het daar niet lukt, dan hopelijk op een andere meerkamp. Mocht die 6000 punten lukken, dan is Götzis een meeting waar elke meerkampster van droomt om te mogen starten.’
Myke: ‘Als het allemaal door kan gaan met de corona-pandemie, willen we eind april naar Lana in Italië voor een meerkamp. Het zou ook heel mooi zijn om richting die 6000 punten te gaan komend seizoen. Ik denk dat Götzis 2021 nog een jaartje te vroeg is, maar hoop hier zeker ooit aan mee te mogen doen!’

Anne, Myke en Ingmar, bedankt voor dit interview en wij blijven jullie volgen. Wij wensen jullie als redactie van baan-atletiek.nl veel succes in het komende seizoen.

Slotwoord     
De meerkamp is een atletiekdiscipline waarin veel arbeid en trainingsjaren dienen te worden geïnvesteerd, alvorens er ‘geoogst’ kan worden. Die lange weg is nodig om alle 7 disciplines goed onder de knie te krijgen. Dit vraagt van de atleten commitment, doorzettingsvermogen, opofferingen en volharding. De trainer/coach van olympisch zevenkampkampioene Jessica Ennis-Hill, heeft ooit eens over de meerkamp het volgende gezegd:

‘Het kost tijd om je als meerkampster volledig te ontwikkelen. Daarom moet je beschikken over veel geduld en bereid zijn over een reeks van jaren keihard te werken. Je bent als eerste op de baan en gaat als laatste weer weg. Leer hiermee te leven, want het maakt je heel speciaal!’

Toni Minichiello

Profielen van Anne en Myke van de Wiel

               Anne                                    Myke

Naam: Anne van de Wiel                  /      Myke van de Wiel

Geboortedatum:  04-06-1997         /      04-06-1997

Geboortestad: Breda                       /      Breda

Woonplaats: Rotterdam                   /      Rotterdam

Studie: Sociologie aan de                 /      Psychologie aan de

              Erasmus universiteit             /      Erasmus universiteit

Lid van atletiekclub: Sprint Breda    /      Sprint Breda

Gastlid van atletiekclub: PAC           /      PAC

Specialisatie: zevenkamp                  /      zevenkamp

Beste prestatie: 5756 punten           /      5598 punten

Dag 1: 13.45*1.63*11.88*24.00         /     14.11*1.57*11.80*24.50

Dag 2: 5.82*39.22*2.18.35               /      5.75*42.60*2.17.22